e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Sevenum

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
roerdomp kuilder: ?  kuulder (Sevenum) roerdomp [SGV (1914)] III-4-1
roeren roeren: reure (Sevenum), reuren (Sevenum) roeren [DC 47 (1972)] III-2-3
roest roest: roest (Sevenum, ... ) roest, rood- of bruingele bedekking die aan de oppervlakte van ijzer en staal ontstaat door verbinding met zuurstof, vooral in een vochtige omgeving [roester] [N 81 (1980)] III-4-4
roevendak opstand met overlappingen: ǫpstaŋk męt˱ ōvǝrlapeŋǝ (Sevenum), ruiter met afdekking: rȳtǝr męt˱ āf˱dękeŋ (Sevenum) Dakbedekking voor zinken daken. Het roevendak bestaat uit aan elkaar gesoldeerde bladen zink of lood met opstanden tegen latten die met behulp van zinken delen worden afgedekt. Zie ook afb. 85. [N 64, 150a] II-9
roezemoezen smiesperen: vgl. Van Dale: smiespelen, (gew.) fluisteren, smoezelen. [met r/l-wissel]  smiespere (Sevenum), smiĕspere (Sevenum) druk praten en fluisteren, gezegd van een groep mensen, roezemoezen [tipselen, strisselen, lispelen] [N 87 (1981)] III-3-1
rogge koren: [koren] (Sevenum), rog(ge): rǫq (Sevenum) Secale cereale L. Tot in de jaren vijftig het meest geteelde graangewas in Limburg, met uitzondering van Haspengouw, waar tarwe de meest verbouwde graansoort was. Men zaait ongeveer 170 kg rogge per hectare. Het koren-gebied in dit lemma wijkt aanzienlijk af van dat in het lemma ''graan, koren'' (1.2.1); vergelijk de kaarten die bij de lemma''s getekend zijn. Zie voor de benaming koren en voor de fonetische documentatie van het woord [koren] in het gebied waar ''koren'' zowel de algemene benaming alsook de benaming van de rogge is, het lemma ''graan, koren'' (1.2.1). Zie afbeelding 1, a. [JG 1a, 1b; L 34, 55b; L lijst graangewassen, 6; S 30; Wi 52; monogr.; add. uit N 15, 1a] I-4
roggebrood brood: broeëd (Sevenum), roggebrood: roggebrood (Sevenum) roggebrood [DC 35 (1963)] III-2-3
roggemeelpap roggepap: Syst. WBD  roggepap (Sevenum) Pap van roggemeel (prol?) [N 16 (1962)] III-2-3
rok als bovenkledingstuk bovenrok: baoverok (Sevenum, ... ), overrok: aoverrok (Sevenum), aoverrók (Sevenum) rok als bovenkledingstuk [aoverrok, bovenrok, booveschort] [N 24 (1964)] III-1-3
rok: algemeen rok: rok (Sevenum), rók (Sevenum, ... ), schort: schort (Sevenum, ... ) rok [SGV (1914)] || vrouwenrok, kledingstuk dat van het middel af naar beneden hangt [rok, schort, schot, malbeusj] [N 24 (1964)] III-1-3