e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Sevenum

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
schilfer schilfer: schilfer (Sevenum, ... ) een dun, afgebroken of loslatend blaadje van een harde of droge stof, bijv. gezegd van kalk of roest [bluster, vel, schilver] [N 91 (1982)] III-4-4
schilmesje, aardappelmesje patattenmesje: petattemeske (Sevenum) mes waarmee aardappelen worden geschild [N 20 (zj)] III-2-1
schimmel schimmel: sxømǝl (Sevenum) Paard met een geheel of overheersend witte of grijsachtige vacht. Naarmate de leeftijd vordert, neemt het wit toe; schimmels worden niet geboren, ze ontstaan mettertijd. De vosschimmel is wit met rode of bruinachtige vlekken. [JG 1a, 1b; N 8, 63a en 63b; S 31] I-9
schimmel (plantje) schimmel: schummel (Sevenum), WBD  schummel (Sevenum), WLD  schùmmel (Sevenum) Plantje, behorend tot de zwammen, draadvormig, zonder bladgroen, maar bestaande uit een zwamvlok en zwamdraden (schimmel). [N 92 (1982)] || schimmel (plant) [SGV (1914)] III-4-3
schimpen schimpen: schimpe (Sevenum, ... ) op onwaardige wijze kritiek uitspreken [schimpen, spijkeren] [N 85 (1981)] III-3-1
schip schip: schip (Sevenum), schèèp (Sevenum), sxep (Sevenum), Opm. de ee ligt tussen ee en ê.  scheep (Sevenum) schip [RND], [SGV (1914)] || schip; de kapitein van het schip .... vroeger nog matroos geweest. [DC 45 (1970)] III-3-1
schipper schipper: sxipər (Sevenum) schipper [RND] III-3-1
schipperen rustig bekijken: rùstig bekieke (Sevenum), schipperen: schippere (Sevenum) naar omstandigheden handelen, niet aan zijn beginsels vasthouden, maar alles rustig in het werk stellen om een oplossing te vinden [busselen, schipperen] [N 85 (1981)] III-1-4
schitbossen schijtbossen: sxīt˱bø̜s (Sevenum) Bossen van welig opschietend gras in de weide, op plaatsen waar koedrek heeft gelegen. De koeien laten deze bossen vaak staan; ze worden dan later in het seizoen afgemaaid. Overal is het meervoud opgenomen; behalve waar uitdrukkelijk anderszins aangegeven. [N 14, 85; N 14, 123 add.; monogr.] I-3
schitteren flikkeren: flikkere (Sevenum, ... ) een sterk, beweeglijk licht verspreiden zodat het pijn doet aan de ogen [schitteren, glariën] [N 91 (1982)] III-4-4