34347 |
snuffelziekte |
snuffelziekte:
snuffelziekte (L266p Sevenum)
|
Een aandoening van het neusschelpje en het neustussenschot en in een verder stadium van het benige geraamte van de bovenkaak. De dieren krijgen heftige en uitputtende niesbuien; de ademhaling is snuivend; er treden neusbloedingen op en de uitvloeiing uit de neus is dun en soms ook slijmig (WBD I.6, blz. 854). [N 52, 20; N 76, 50; A 48a, 33]
I-12
|
20567 |
snuifje |
snuifje:
snùfke (L266p Sevenum, ...
L266p Sevenum)
|
snuifje; Hoe noemt U: Kleine hoeveelheid tabak die men in een keer opsnuift (snuifje, snuit, kees, prise) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
21858 |
snuisterij |
prulletje:
prulke (L266p Sevenum),
è prùlke (L266p Sevenum)
|
een klein sieraad, een aardig prulletje van geringe waarde [snuisterij, snuiselderij] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
17590 |
snuit |
snoet:
snōēt (L266p Sevenum),
WLD
snōēt (L266p Sevenum),
WLD (?? = lang)
snòèt (L266p Sevenum),
snuit:
snōēt (L266p Sevenum, ...
L266p Sevenum),
snūt (L266p Sevenum)
|
[N 19, 25; N 76, 11; L 7, 8; JG 1a]gezicht, gelaat: spotbenamingen [N 10 (1961)] || Hoe noemt u het vooruitstekende deel van het aangezicht van dieren (snuit, snoefel) [N 83 (1981)] || Snuit [SGV (1914)]
I-12, III-1-1, III-4-2
|
17841 |
snurken |
snurken:
snörke (L266p Sevenum)
|
snurken [snorke, ronke] [N 10 (1961)]
III-1-2
|
24116 |
sobriëtas |
sobritas (<lat.):
sobriëtas (L266p Sevenum)
|
De R.K. vereniging ter bestrijding van het drankmisbruik (Mariavereniging, Sobriëtas). [N 96D (1989)]
III-3-3
|
20664 |
soep |
soep:
Syst. WBD
soep (L266p Sevenum, ...
L266p Sevenum)
|
Soep, heel in het algemeen [N 16 (1962)]
III-2-3
|
19513 |
soepketel, waterketel |
koperen moor:
kaopere moer (L266p Sevenum)
|
berremiet/ marmiet, in de betekenis van koperen waterketel; betekenis/uitspraak [N 20 (zj)]
III-2-1
|
19521 |
soepterrine |
soepterrine:
soeptrīēn (L266p Sevenum)
|
soepterrine [N 20 (zj)]
III-2-1
|
20512 |
soepvlees |
soepenvlees:
soepe-vlēis (L266p Sevenum),
soepvlees:
soepvleis (L266p Sevenum)
|
soepvlees; Hoe noemt U: Mager vlees om soep van te koken (boelie, bouilli, soepvlees) [N 80 (1980)]
III-2-3
|