21534 |
spreuk |
spreuk:
sprâôk (L266p Sevenum)
|
Noem het (dialect)woord voor: een uiting zoals: "oordeel niet, opdat ge niet geoordeeld wordt"? [spreuk] [N 102 (1998)]
III-3-1
|
24382 |
sprinkhaan |
sprinkhaan:
sprinkhaan (L266p Sevenum, ...
L266p Sevenum)
|
sprinkhaan [DC 07 (1939)], [SGV (1914)]
III-4-2
|
17591 |
sproeten |
sproeten:
sproete (L266p Sevenum),
sprōēte (L266p Sevenum)
|
sproet(en) [SGV (1914)] || sproet, sproeten [sproewtels] [N 10 (1961)]
III-1-1
|
17915 |
sprokkelen |
sprokkelen:
sprokkele (L266p Sevenum),
spròkkele (L266p Sevenum)
|
Sprokkelen: gevallen, dor hout zoeken (sprokkelen, stekkeren). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
21545 |
sprookje |
vertelseltje:
vertelselke (L266p Sevenum),
vertèlselke (L266p Sevenum)
|
een kindervertelsel [spruik] [N 87 (1981)]
III-3-1
|
21007 |
spruiten |
spruitjes:
spruutjes (L266p Sevenum)
|
spruitkool, spruiten als gerecht [N Q (1966)]
III-2-3
|
24516 |
spruiten, uitbotten |
scheuten (krijgen):
WLD
scheut kriège (L266p Sevenum),
schèùt (L266p Sevenum)
|
Uitlopers krijgen, loten vormen, gezegd van planten, bomen (spruiten, uitbotten). [N 82 (1981)]
III-4-3
|
33637 |
spruitkool, spruitje |
spruiten:
sprūte (L266p Sevenum),
spruitje:
spruutjes (L266p Sevenum)
|
[N Q (1966)]spruiten [SGV (1914)]
I-7
|
17910 |
spuiten |
spuiten:
spuite (L266p Sevenum, ...
L266p Sevenum,
L266p Sevenum,
L266p Sevenum,
L266p Sevenum),
spūte (L266p Sevenum)
|
persen, Met kracht vloeistof door een nauwe opening ~ (spuiten, spruiten, spritsen, sprietelen). [N 84 (1981)] || spuiten, met kracht door een nauwe opening naar buiten geperst worden, gezegd van water [spruiten, spritsen, sprietelen] [N 81 (1980)] || vloeistof met kracht door een nauwe buis naar buiten persen [spuiten, spruiten, spritsen, sprietelen] [N 91 (1982)]
III-1-2, III-4-4
|
21750 |
spuitstuk |
mondstuk:
mongdstuk (L266p Sevenum),
mònkstuk (L266p Sevenum)
|
de koperen buis aan de slang van de brandspuit [lent] [N 90 (1982)]
III-3-1
|