31269 |
staak |
bolstaak:
bǫlstāk (L266p Sevenum
[(type A/B)]
),
boordjesijzer:
bø̜̄rtjǝs˱īzǝr (L266p Sevenum
[(type D/E)]
),
kantstaak:
kantstāk (L266p Sevenum
[(type D/E/N/O)]
),
staak:
stāk (L266p Sevenum)
|
Klein soort aambeeldje, wat langer dan een tas, dat als ondergrond dient bij het bewerken van plaatmateriaal. De staak wordt daarbij met zijn pinvormig uitlopende onderzijde in de werkbank, het blok voor aambeeld of klein gereedschap of in de bankschroef vastgezet. Al naar gelang de aard van het werk dat moet worden verricht, kan de kop van het werktuig verschillend zijn uitgevoerd. Zo zijn er staken die aan de bovenzijde rond en vlak zijn (vlakstaken), staken met een ronde en min of meer bolle bovenkant (bolstaken) en staken die aan de bovenzijde een scherpe, rechte snede vertonen (kantstaken). Zie ook afb. 28 en 29. Achter de plaatscode is, voor zover opgegeven door de invuller, met behulp van letters vermeld welke type staak uit afb. 28 met de betreffende term wordt bedoeld. Boordjesijzer (L 266) was de benaming voor een vlakstaak met een geronde en een rechte kant. Met deze staak werden kantjes aan het koper gevormd. Staken werden volgens de respondent uit Q 111 in de regel door de smid zelf naar behoefte gemaakt. [N 33, 210; N 33, 213; N 33, 214; N 64, 35a; N 64, 36a-b; N 64, 36d-f; N 66, 16b; N 66, 17a-f; monogr.]
II-11
|
33515 |
staakbonen |
staakbonen:
staakboën (L266p Sevenum)
|
Hoe noemt u: de rank - of stokboon [N 71 (1975)]
I-7
|
21526 |
staal |
staal:
staal (L266p Sevenum, ...
L266p Sevenum)
|
kleine hoeveelheid van een koopwaar die aan de koper getoond wordt om hem over de kwaliteit te laten oordelen [staal, monster, kantje] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
17819 |
staan |
staan:
stoan (L266p Sevenum, ...
L266p Sevenum)
|
staan [DC 02 (1932)], [SGV (1914)]
III-1-2
|
20125 |
staart |
staart:
start (L266p Sevenum, ...
L266p Sevenum,
L266p Sevenum,
L266p Sevenum),
stàrt (L266p Sevenum),
stárt (L266p Sevenum)
|
[A 2, 37; L 29, 27; S 35; monogr.] [N 77, 89; monogr.]staart [DC 02 (1932)], [SGV (1914)] || Zie afbeelding 2.37. [JG 1a, 1b; RND 60]
I-11, I-12, I-9, III-4-2
|
22169 |
staartduif |
slechte vlieger:
slèchte-vleeger (L266p Sevenum)
|
een duif die bij de laatste winnaars geklasseerd is? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
34087 |
staartkwast |
kwast:
kwast (L266p Sevenum)
|
Kwastig uiteinde van de staart. [N 3A, 114]
I-11
|
22115 |
staartwind |
staartwind:
start-wingt (L266p Sevenum)
|
Hoe zegt men: de duiven vliegen met de wind mee? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
21272 |
stad |
stad:
stad (L266p Sevenum),
stat (L266p Sevenum)
|
stad [RND], [SGV (1914)]
III-3-1
|
21749 |
stadsomroeper |
afroepen (ww.):
aaf-reupe (L266p Sevenum),
afroeper:
aafreuper (L266p Sevenum)
|
de persoon die in een stad of dorp gemeentelijke berichtgeving mondeling bekend maakt [stadsomroeper, belleman] [N 90 (1982)]
III-3-1
|