id | Begrip | Trefwoord: dialectopgave (plaats) | Omschrijving |
---|---|---|---|
24469 | blad (alg.) | blad: blaad (Sevenum) | blad [SGV (1914)] III-4-3 |
33194 | blad van de aanaardhandploeg | schaard: sxārt (Sevenum) | Het werkende deel van de aanaardhandploeg. [N 18, 46a; monogr.] I-5 |
26745 | blad van de heizeis en heizicht | zicht: zēxt (Sevenum) | Het blad van de heizicht is kleiner en vooral korter dan het blad van de heizeis. [I, 26e; N 18, 77a] II-4 |
33043 | blad van de zicht | blad: blāt (Sevenum) | Het gebogen ijzeren deel van de zicht dat aan de onderkant van de steel bevestigd is. Met de scherpe, holle kant wordt het koren, graan, enzovoorts gemaaid. Vergelijk de algemene toelichting bij paragraaf 4.2 met name voor wat betreft de gelijkenis van het blad van de zicht met dat van de zeis, en ook de toelichting bij het lemma ''blad van de zeis'' (3.2.11) in aflevering I.3 en de daarbij horende kaart. Zoals bij de zeis vindt men ook hier, bij het "werkende deel" van het gereedschap, de benamingen van het gereedschap als geheel: zicht en pik. Zie afbeelding 5. Voor de fonetische documentatie van het woord [zicht] zie het lemma ''zicht'' (4.3.1). [N 18, 70c; JG 1a; monogr.] I-4 |
32972 | blad, bladeren van een plant | blad: blāt (Sevenum), blāǝt (Sevenum), blader: blar (Sevenum), blāi̯ǝr (Sevenum), blār (Sevenum) | Blad, als deel van een plant. De meervouden en verkleinwoorden zijn apart behandeld. [JG 1a, 1b; A 3, 1; L 1, a-m; L 4, 1; L 14, 16; L 32, 21; S 3; R 7, 25; R 12, 26; monogr.] I-4 |
24718 | bladerloze boom | kale boom: WLD kaale bòèm (Sevenum) | Een boom zonder bladeren (ijlboom). [N 82 (1981)] III-4-3 |
21835 | bladzijde | bladzijde: bladzie (Sevenum), blàt-zie (Sevenum) | ieder van de beide zijden van een blad in een boek, tijdschrift etc. [teun, pagina, bladzijde] [N 87 (1981)] III-3-1 |
19978 | blaffen | blaffen: blaffe (Sevenum), kaffen: kaffe (Sevenum) | blaffen [SGV (1914)] III-2-1 |
19458 | blaker | blaker: blaoker (Sevenum) | Hoe noemt u een kandelaar? (kandelaber) [N 104 (2000)] III-2-1 |
23820 | blasiuszegen | blasiuszegen: blasiuszaegen (Sevenum) | De Blasiuszegen waarbij de priester twee kaarsen kruiselings vasthoudt. [N 96C (1989)] III-3-3 |