22353 |
blindemannetje spelen |
blindekoe:
blingde koe speule (L266p Sevenum, ...
L266p Sevenum)
|
Het spel waarbij één van de spelers die de anderen moet vangen geblinddoekt is [kakkemommen, blindemannetje, blindekoe, blindekoekoek]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
25018 |
blinken, glimmen, glanzen |
schijnen:
schiëne (L266p Sevenum),
schĭĕne (L266p Sevenum)
|
een glans van zich geven [glimmen, glanzen, blinken] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
17683 |
bloed |
bloed:
blood (L266p Sevenum, ...
L266p Sevenum)
|
bloed [N 10 (1961)], [SGV (1914)]
III-1-1
|
34097 |
bloedaders |
bloedaderen:
blōtǭrǝ (L266p Sevenum),
melkaderen:
mɛlkǭrǝ (L266p Sevenum)
|
Aders zichtbaar op de uier. [N 3A, 118c]
I-11
|
18057 |
bloeden |
bloeden:
blüe (L266p Sevenum)
|
bloeden [SGV (1914)]
III-1-2
|
34150 |
bloedgang |
(het) knoeien:
knōi̯ǝ (L266p Sevenum)
|
Uitscheiding van een niet bevruchte koe. [N 3A, 31]
I-11
|
22057 |
bloedluis |
bloedluis:
blood-loës (L266p Sevenum),
bloodlōēs (L266p Sevenum)
|
bloedluis, luis die kankergezwellen veroorzaakt aan appelbomen [N 26 (1964)] || Hoe noemt U in Uw dialect de volgende ziekten: rode vogelmijt of bloedluis: 1 mm - zuigt s nachts bloed - bij warm weer een echte plaag. [N 93 (1983)]
III-3-2, III-4-2
|
18138 |
bloeduitstorting |
blauwe plek:
Mv.
bla(u)w plek (L266p Sevenum),
blonde plek:
Mv.
blonkte plek (L266p Sevenum)
|
Hoe noemt u de geelachtig blauwe plekken op de huid, die een gevolg zijn van slaan, stoten of vallen? [DC 52 (1977)]
III-1-2
|
20693 |
bloedworst |
bloedworst:
bloodwòòrs (L266p Sevenum),
bloodwôrs (L266p Sevenum),
blootwo:rs (L266p Sevenum),
Syst. WBD
bloodwors (L266p Sevenum)
|
bloedworst [N 06 (1960)] || Bloedworst (bulling?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|
24305 |
bloedzuiger |
bloedzuiger:
bloodzuger (L266p Sevenum),
bloodzuuger (L266p Sevenum, ...
L266p Sevenum),
bloodzuger
bloodzuger (L266p Sevenum),
echel:
We hadden vroeger op den Berchem een grote koel, ong. 15 bij 35 m, helder water, best was- en bleekwater, niet laag gelegen, hat (!) mijn vader nooit droog gezien. Zat gewoonlijk een zware snoek in. Dat kan door de waterzuigers bij onweer. Geen kikvorsen, wel veel zwarte bloedzuigers. Een vreemde mijnheer stond ere vroeger bij te kijken en zei teegn mijn vader dat die kuil voor meer waarde aan egels kon hebben dan de hele boerderij waard aas. Is later gedemd (!). Ik weet nog dat zoowat bij elke boerderij een koel was.
egel (L266p Sevenum)
|
bloedzuiger [DC 30 (1958)], [SGV (1914)] || bloedzuiger [lok, echel, deegel, bloodiegel, -zuuker] [N 26 (1964)]
III-4-2
|