27113 |
verpachten van turfvelden |
turfveld verkopen:
tø̜rǝfvɛlt vǝrkuǝpǝ (L266p Sevenum),
turfveld verpachten:
tø̜rǝfvɛlt vǝrpāxtǝ (L266p Sevenum)
|
Het verpachten van turfvelden is per plaats vaak weer aan aparte regels gebonden. In L 265 gebeurt dit door de burgemeester en wethouder één keer in de zeven jaar. Een turfveld, verpacht voor het steken voor eigen gerief, beslaat ongeveer een are. [II, 116]
II-4
|
23249 |
verplichte feestdag |
zondag:
zondig (L266p Sevenum)
|
Een geboden, verplichte feestdag [festerandach]. [N 96C (1989)]
III-3-3
|
18899 |
verplichting |
plicht:
de plēēcht (L266p Sevenum),
pleecht (L266p Sevenum)
|
het verplicht zijn [moetert, verplichting] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
24997 |
verpulveren |
verpulveren:
verpolvere (L266p Sevenum),
verpòlvere (L266p Sevenum)
|
tot poeder maken of worden [miezelen, verpulveren] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
20576 |
verschaald |
verschaald:
verschālt (L266p Sevenum),
verschàld (L266p Sevenum)
|
verschaald; Hoe noemt U: Door lang staan geur en kracht verloren hebbend, gezegd van bier (verschaald) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
25090 |
verschieten |
verschieten:
verscheete (L266p Sevenum, ...
L266p Sevenum)
|
anders worden van kleur door het (zon)licht, gezegd van bijv. kledingstukken [verschieten, afgaan] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
23916 |
verschijning |
verschijning:
verschiening kriege (L266p Sevenum)
|
Een verschijning hebben/krijgen. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
21666 |
verschuldigd zijn |
in het krijt staan:
in ⁄t krīēt staon (L266p Sevenum),
schuldig zijn:
schuldig (L266p Sevenum, ...
L266p Sevenum)
|
Geldschuld, schuld die men nog moet betalen [N 21 (1963)] || verplicht te betalen [schuldig (zijn), plichtig zijn, gelden] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
22434 |
versieren (met bloemen) |
kransen:
krense (L266p Sevenum, ...
L266p Sevenum),
sieren:
seere (L266p Sevenum)
|
Het versieren van de straten op de dag(en) vóór de processie [tsere]. [N 96C (1989)] || Met bloemen versieren (bijv. iemands huis of stoel) bij een feest [pelen, braaien, meien, paleren]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
29398 |
versieringsrand |
feston:
fɛston (L266p Sevenum),
franse kant:
fransǝ kaŋkt (L266p Sevenum)
|
Een smallere of bredere rand ter versiering. [N 61, 7]
II-7
|