e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Sevenum

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vliegenraam, hor hor: (van groot raam).  hor (Sevenum), hortje: (voor klein raam bijv. kelderraampje).  hörtje (Sevenum) Hoe noemt u een scherm van groene metaaldraad in open ramen om vliegen buiten te houden? (vliegenraam, hor) [N 104 (2000)] III-2-1
vlieger vlieger: vleeger (Sevenum, ... ), vlieger (Sevenum) Het speelgoed bestaande uit een licht gestel, met papier bespannen, dat aan een lang touw in de lucht opgelaten wordt [vlieger, boog, draak, beugel, vliegaard, vliegerd]. [N 88 (1982)] || vlieger (speeltuig) [SGV (1914)] III-3-2
vliegtuig vliegmachine: vleeg-meschīēn (Sevenum), vleegmeschĭĕn (Sevenum) het toestel waarmee men kan vliegen [vliegtuig, vliegmachine, vlieger] [N 90 (1982)] III-3-1
vliegveld vliegveld: vleeg-velt (Sevenum), vliegveld (Sevenum) het grote, effen terrein met verharde banen van waaraf vliegtuigen kunnen opstijgen en waar zij weer kunnen landen [vliegveld, vliegplein] [N 90 (1982)] III-3-1
vlik vlinken: vleŋkǝ (Sevenum) Een dun afgestoken stukje veen of heigrond of een zode van buntgras met losse turf vermengd. Vergelijk het lemma ''heiturf''. [N 27, 39h; I, 37] II-4
vlikken steken vlinken steken: vleŋkǝ stē̜kǝ (Sevenum) Steken van vlikken en graszoden of heilappen losmaken. [N 27, 39g; N 27, 1; N 27, 1 add.; I, 38] II-4
vlinder vlin: vlen (oud) (Sevenum), vlinder: vlendər (Sevenum), vlinder (Sevenum, ... ), vlìnder (Sevenum) vlinder [Roukens 03 (1937)], [SGV (1914)], [ZND 18G (1935)] || vlinder, pepel [RND] III-4-2
vlinderdasje nondejuke: nondejūūke (Sevenum) vlinderstropdas [nondejuuke, striekske] [N 23 (1964)] III-1-3
vlo (enk.) vlo: vloen (Sevenum, ... ), vloeən (Sevenum), vloën (Sevenum) mensenvlo [N 26 (1964)] || vlo (pulex irritans), enk. [DC 54 (1979)] || vlo (znw enk) [foekket, zjwarte riejer] [N 26 (1964)] || vloo [SGV (1914)] III-4-2
vlo (mv., fon.) vlun: vluun (Sevenum), vluuən (Sevenum), vlûûn (Sevenum) vlo (pulex irritans), mv. [DC 54 (1979)] || vlo (znw mv) [N 26 (1964)] || vlooien [SGV (1914)] III-4-2