21964 |
voedermengsel voor duiven in het vluchtseizoen (thans) |
zuivering:
zuuvering (L266p Sevenum)
|
Hoe noemt men thans het fabrieksmatig bereide, speciale voedermengsel voor duiven in het vluchtseizoen gedurende de twee eerste dagen van de week na een vlucht [N 93 (1983)]
III-3-2
|
22072 |
voedermengsel voor duiven in ruitijd (thans) |
ruimengeling:
rui-mengeling (L266p Sevenum)
|
Hoe noemt men thans het fabrieksmatig bereide, speciale voedermengsel voor duiven in de ruitijd [N 93 (1983)]
III-3-2
|
22070 |
voedermengsel voor jonge duiven (thans) |
kweekmengsel:
kweek-mengsel (L266p Sevenum)
|
Hoe noemt men thans het fabrieksmatig bereide, speciale voedermengsel voor jonge duiven [N 93 (1983)]
III-3-2
|
22068 |
voedermengsel voor jonge duiven (vroeger) |
eigen mengsel:
eige mengsel (L266p Sevenum)
|
Hoe noemde men vroeger, toen de duivenvoeders nog niet fabrieksmatig bereid werden, het speciale voedermengsel voor jonge duiven [N 93 (1983)]
III-3-2
|
22074 |
voedermengsel voor superprestaties (thans) |
vliegmengeling:
vleeg-mengeling (L266p Sevenum)
|
Hoe noemt men thans het fabrieksmatig bereide, speciale voedermengsel voor superprestaties [N 93 (1983)]
III-3-2
|
33268 |
voederwikke |
wikke(n):
wekǝ (L266p Sevenum)
|
Vicia sativa L. subsp. sativa. Een tot 1 meter hoge klimmende plant met en vrij stevige stengel, veervormige blaadjes, rood- blauwpaarse lipvormige bloemen en boonachtige vruchtjes. De plant bloeit van mei tot juli en wordt vooral op zandgronden als voedergewas geteeld. Vergelijk ook het lemma Vogelwikke [N Q, 1a; N 11A, 29d; JG 1a, 1b; monogr.; add. uit N P, 23 en 24]
I-5
|
20483 |
voedsel |
kost:
kāōst (L266p Sevenum),
kòst (L266p Sevenum),
voer:
voor (L266p Sevenum, ...
L266p Sevenum)
|
het voedsel waarmee vogels hun jongen voeren (aas) [N 83 (1981)] || voedsel; Hoe noemt U: Al wat tot voeding kan dienen, al wat men eet (kost, vreet, knibbel, inslag, mast, eten, eet, spijs, bik, aas, voedsel) [N 80 (1980)]
III-2-3, III-4-1
|
34280 |
voer |
voer:
fo.r (L266p Sevenum),
vōr (L266p Sevenum)
|
Veevoer. De samenstelling van dit voer is vevarieerd. Afval van hooi en stro, wortels van gras en graan, soorten zaad, zemelen en meel kunnen ingrediënten zijn. [N 5A II, 64a en 64b; RND 97; S 41; L 28, 45; JG 1d; monogr.]
I-11
|
33362 |
voer- en drinkgoot |
goot:
gø̄t (L266p Sevenum)
|
De goot die vóór de koeien langs loopt in de vloer van de stal, waarin het voer wordt uitgespreid en, soms, ook water wordt gegoten om het vee te drenken. Al de benamingen die verwijzen naar een opgemetselde bak zijn overgeplaatst naar het lemma "vaste voer- en drinkbak" (2.2.15). Zie ook dat lemma. Zie ook afbeelding 8 bij het lemma "voorstal" (2.2.5). [N 5A, 37a; A 10, 10]
I-6
|
24267 |
voeren |
voederen:
voore (L266p Sevenum),
vòre (L266p Sevenum)
|
de jongen voeden, gezegd van vogels (azen, aanazen, ekeren) [N 83 (1981)]
III-4-1
|