e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Sevenum

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
volle maan volmaan: vol maon (Sevenum), vol māōn (Sevenum) schijngestalte van de maan: volle maan [N 81 (1980)] III-4-4
volwassen, mannelijk varken (ongesneden) beer: bir (Sevenum), biǝr (Sevenum), bīr (Sevenum) De benamingen in dit lemma duiden op het volwassen, ongesneden, mannelijk varken. Opgaven voor het volwassen, ongesneden, mannelijk varken die beantwoorden aan de woordtypen berg en barg zijn verplaatst naar het lemma ''gesneden mannelijk varken'' (1.2.2). Zie afbeelding 1. [N 19, 7; RND 46 en 84; S 2; A 4, 4a; L 1a-m; L 20, 4a; L 37, 49d; L 14, 12; JG 1a, 1b; monogr.] I-12
volwassen, volgroeid volwassen: volwasse (Sevenum), volwàsse (Sevenum) volwassen; volgroeid, de volle wasdom bereikt hebbend [volwassen, volslagen] [N 86 (1981)] III-2-2
voogd momber: moomer (Sevenum, ... ), voogd: Opm. oo kort uitgesproken.  voogd (Sevenum) iemand aan wie door de wet, de rechter of bij testament de taak is opgedragen om voor de belangen van de minderjarige kinderen te zorgen en hen te vertegenwoordigen i.p.v. de ouders [voogd, mommer, momber, mombaar, toeziender] [N 87 (1981)] || voogd [SGV (1914)] III-2-2
voor de gek houden kullen: kùlle (Sevenum, ... ) op onschuldige of grappige wijze misleiden, voor de gek houden [foppen, kullen, vernachelen, verpieren, bekeukelen] [N 85 (1981)] III-1-4
vooraanstaande vooraanstaande: veuraanstònde (Sevenum) een persoon van veel betekenis in een plaats [peris] [N 90 (1982)] III-3-1
voorbidden voorbeden: veurbaeje (Sevenum, ... ) Voorbidden. [N 96B (1989)] III-3-3
voorboor voorboor: vø̄rbōr (Sevenum), voorloper: vø̄rlȳpǝr (Sevenum) Soort avegaar waarvan de lepel lang en smal is en enigszins spits toeloopt. De voorboor wordt gebruikt om de eerste, smalle opening te boren in de richting van de teen van de klomp. Op de schacht van de boor zijn markeringen aangebracht die aangeven tot hoever de klompenmaker in de verschillende modellen klompen naar voren kan boren. Zie ook afb. 242. [N 97, 76; A 29a, 7c; A 32, 8b] II-12
voorboren lengte boren: leŋtǝ bōrǝ (Sevenum) Met behulp van de voorboor de eerste, smalle opening boren in de richting van de teen van de klomp. Het voorboren gebeurt na het uitdoppen. [N 97, 77] II-12
voorde, doorwaadbare plaats voorde: voorde (Sevenum) de plaats waar een weg door een beek of een riviertje gaat, de plaats waar die beek doorwaadbaar is (voorde, voord) [N 90 (1982)] III-4-4