23555 |
wierookvat |
wierooksvat:
wirksvaat (L266p Sevenum),
wirreksvaat (L266p Sevenum)
|
Het wierookvat [wiereksvat, wieresvaas?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
27425 |
wig |
beitel:
bęjtǝl (L266p Sevenum)
|
Spits toelopend stuk hout of metaal dat dient om hout te doen splijten. Het wordt vaak gebruikt wanneer het kliefmes niet volstaat om een stuk hout te klieven. De spleet die door het kliefmes in het hout is ontstaan wordt dan verder verwijd door er houten of metalen wiggen in te drijven. Metalen wiggen zijn soms voorzien van een steel. [N E, 8c; A 29a, 1]
II-12
|
33461 |
wigvormig sluithout |
peg op de deur:
pęk˱ ǫp˱ dǝ dø̄r (L266p Sevenum)
|
Een wigvormig stuk hout dat men door een metalen ring op de deurstijl steekt en dat aldus de deur tegen de deurstijl sluit. [N 4A, 46]
I-6
|
18152 |
wijdbeens lopen |
wijd spoor:
wīēd spaor (L266p Sevenum)
|
lopen: met de benen ver uiteen lopen [kooje, met een wijde kooi loope] [N 10 (1961)]
III-1-2
|
18555 |
wijde regenmantel zonder mouwen |
cape (eng.):
keep (L266p Sevenum)
|
regenmantel, wijde ~ zonder mouwen [keep] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
23295 |
wijden |
wijden:
wieje (L266p Sevenum)
|
wijden [SGV (1914)]
III-3-3
|
26928 |
wijk |
wijk:
wik (L266p Sevenum)
|
Turfkanaal met een breedte aan de waterspiegel van 9 m en een diepte van 1.5 tot 1.8 m. [II, 21a]
II-4
|
20852 |
wijn |
wijn:
wīēn (L266p Sevenum)
|
wijn [RND]
III-2-3
|
33524 |
wijnstok, wingerd |
druif:
WLD
droeve (L266p Sevenum),
dròève (L266p Sevenum),
druivenwingerd:
WLD
droevevieger (L266p Sevenum),
dròève-vieger (L266p Sevenum),
wingerd:
viegert (L266p Sevenum, ...
L266p Sevenum),
vingert (L266p Sevenum),
wingert (L266p Sevenum)
|
[SGV (1914)]De klimplant met handvormige bladeren en groenwitte bloempjes de de wijndruif levert (wijnrank, wingerd, wijger, vijger, wijgert, driveger), [N 82 (1981)] || wingerd [SGV (1914)]
I-7
|
19281 |
wijs |
geleerd:
gelierd (L266p Sevenum),
geliërt (L266p Sevenum)
|
veel wetend, veel geleerd, veel in zich hebbend [wijs, kloek] [N 85 (1981)]
III-1-4
|