e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Sevenum

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
wippen wippen: (w)ipe (Sevenum), wippe (Sevenum, ... ) Op, met een wip spelen [kwikkwakken, kweken, kwinkkwaken, kwikkelen, wiegschalen, wippen, kiegelen]. [N 88 (1982)] || wippen [GTRP (1980-1995)] III-3-2
wispelturig met de wind mee draaien: met de wingd meidrejje (Sevenum), met de wink mei-dreije (Sevenum), met de wind mee waaien: met de winkt meij-weijen (Sevenum), mèt de wingd mèj wejje (Sevenum), ongedurig: Opm. oo kort.  oongedurrig (Sevenum) nu eens kwaad, dan weer poeslief zijn [heupen] [N 85 (1981)] || steeds veranderend van stemming en doelstelling [hobbeleurig, wispelturig] [N 85 (1981)] || wispelturig [SGV (1914)] III-1-4
wisselen verwisselen: verwissele (Sevenum, ... ) onderling veranderen; het een voor het andere nemen of geven (bijv. voor plaats) [wisselen, omzetten] [N 91 (1982)] III-4-4
wisselen van de tanden breken: brē̜kǝ (Sevenum), wisselen: wesǝlǝ (Sevenum) Het breken of wisselen van de veulentanden gebeurt op twee en een half- à drie en een halfjarige leeftijd; het veulen verliest de melktanden en krijgt paardetanden, eerst de twee voorste tanden of binnentanden. Als het omstreeks vier jaar is, breken de twee middentanden en op vier en een half- à vijfjarige leeftijd de twee hoektanden. [JG 1a, 1b; N 8, 19] I-9
wisselen van tanden breken: brē̜kǝ (Sevenum) [N 3A, 108b; N 3A, 16; N 3A, 22] I-11
wisselvallig weer bijs-lucht: biès loogt (Sevenum), bīēs lōōgt (Sevenum), bijsachtig: (zo ook wel genoemd).  bīēs-èchtig (Sevenum), grijze lucht: griĕs loogt (Sevenum), grīēs lōōgt (Sevenum), kwakkelen: kwakele (Sevenum), kwakkelig (weer): kwaakelig (Sevenum), kwakkelige lucht: kwāākelige lōōgt (Sevenum) lucht die regenachtig weer betekent [treuzellucht] [N 81 (1980)] || lucht die wisselvallig weer betekent [kwaklucht, knoeilucht] [N 81 (1980)] || nu eens regenen, dan weer helder zijn, gezegd van het weer [N 81 (1980)] III-4-4
wit stervormig vlekje op het voorhoofd kol: kǫl (Sevenum) Witte plek op het voorhoofd van donkerharige paarden, niet groot maar van verschillende vorm als rond, ovaal e.d. Een ster is iets groter dan een kol. Zie afbeelding 3. [JG 1a, 1b; N 8, 27a; S 27] I-9
witlof witlof: witlof (Sevenum) Hoe noemt u: Brussels witlof (cichorium intybus - fam. compositae) [N 71 (1975)] I-7
witte abeel italiaanse populier: Italiaanse popelier (Sevenum) Hoe noemt U: de witte populier [N 50 (1972)] III-4-3
witte donderdag witte donderdag: witte donderdig (Sevenum) De donderdag in de week vóór Pasen, Witte Donderdag [jreune dónnesjtiech]. [N 96C (1989)] III-3-3