| 32386 |
zetklos |
pin:
pen (L266p Sevenum)
|
Elk van de in grootte en vorm verschillende stukken hout, waarmee bij het inzetten de ruimte wordt opgevuld tussen de heulbank en de te heulen klompen. Zie ook afb. 239. Wanneer er een paar klompen in de heulbank wordt ingezet, wordt ook tussen beide klompen een spie geslagen, die binnenspie wordt genoemd. Zie ook het volgende lemma. [A 29a, 6b-c]
II-12
|
| 17826 |
zetten |
zetten:
zette (L266p Sevenum)
|
zetten [SGV (1914)]
III-1-2
|
| 26811 |
zetten van lange rijen turf |
in rijen zetten:
en ri-jǝ zetǝ (L266p Sevenum)
|
[I, add.]
II-4
|
| 26971 |
zetveld |
zetveld:
zetveld (L266p Sevenum, ...
L266p Sevenum)
|
Plaats waar men de turf neerzet om hem te laten drogen. [II, 53] || Veld waar de turf te drogen wordt gezet. [II, 80b]
II-4
|
| 34311 |
zeug met biggen |
zoog:
zǭx (L266p Sevenum)
|
Vrouwelijk varken dat heeft gejongd. [N 19, 6; L 37, 49c; monogr.]
I-12
|
| 33397 |
zeugekooi |
kooi voor de bagzoog:
kȳi̯ vør dǝ baxzǭx (L266p Sevenum),
zeugekooi:
zø̄gǝkȳǝi̯ (L266p Sevenum)
|
De aparte kooi of betimmering in een varkenshok die verhindert dat de zeug de biggen met haar zware lijf dooddrukt. Vroeger werden daarvoor op ongeveer 15 tot 20 cm afstand van de bodem en van de muren van de stal houten balken van ongeveer 12 cm dikte aangebracht. De ruimte tussen balken en vloer kan dan door de biggen als vluchtweg gebruikt worden. Tegenwoordig bevindt de zeug zich in een apart hok, waarvan aan twee kanten de onderste plank ontbreekt zodat de biggen bij de tepels kunnen die door de openingen steken. [N 5A, 62a; N 19, 18; N 76, 41d]
I-6
|
| 19718 |
zeven |
zijen:
zēēje (L266p Sevenum),
zééje (L266p Sevenum)
|
zeven; Hoe noemt U: Door een zeef laten lopen (zeven, ziften) [N 80 (1980)]
III-2-1
|
| 33146 |
zeven met de handzeef |
zeven:
zē̜vǝ (L266p Sevenum),
ziften:
zeftǝ (L266p Sevenum)
|
Zaaigraan winnen uit het met de wan gezuiverde graan door het te zeven. [N 14, 41b, 42b en 43b; JG 1a, 1b; Wi 43; S 45; monogr.]
I-4
|
| 17693 |
zeveren |
zeveren:
zeivere (L266p Sevenum)
|
zeveren [zeivere, sabbere] [N 10a (1961)]
III-1-1
|
| 21772 |
zich aanstellen |
zich aanstellen:
zich aanstèlle (L266p Sevenum)
|
zich aanstellen [N 102 (1998)]
III-3-1
|