e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Sevenum

Overzicht

Gevonden: 6012
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
bosje haren aan de bovenlip snor: snǫr (Sevenum) Voelharen aan de bovenlip. [N 8, 24] I-9
bosviooltje bosviooltje: WLD  bòs-fi-j-ulke (Sevenum) Bosviooltje (viola silvestris/canina). De bloemkleur is roodachtig blauw, bij de jonge bloem zeer licht, later donkerder. De spoor is spits, zonder groef en is sterk gekleurd. De bloemblaadjes zijn smal en min of meer naar voren gericht. De steunblaadjes [N 92 (1982)] III-4-3
bot eggen met de stompe kant [eggen]: męt ˲dǝ stompǝ kaŋkt (Sevenum) Werken met een eg die "bot" is aangespannen. De eg wordt aan een zodanig punt voortgetrokken dat de tanden schuin naar achteren wijzen en bijgevolg slechts oppervlakkig door de grond gaan. Zie afb. 70. De termen zijn vooral van toepassing op het werk met de oude houten eg die schuingeplaatste tanden had. In plaatsen waar men gezien de grondsoort verschillend egwerk met dezelfde eg kon verrichten en men uitsluitend of voornamelijk bot egde om het gezaaide graan in de grond te werken, kan voor "bot eggen" dezelfde term in gebruik zijn (geweest) als voor "eggen na het zaaien". Voor het werkwoordelijk deel eggen en de weglating daarvan bij de varianten zie men de toelichting bij het lemma ''eggen''. Voor andere (...)-varianten dan ''eggen'' zij verwezen naar het lemma ''slepen''. [JG 1a + 1b+ 1c + 2c; N 11, 82; N 11A, 173b; NP, 16a; monogr.] I-2
bot mes bot mes: (doffe o)  bot mes (Sevenum) bot mes; inventarisatie schertsende benamingen (puitevilder, pierelubberke); betekenis/uitspraak [N 20 (zj)] III-2-1
boter boter: bōtǝr (Sevenum), botter: botǝr (Sevenum) Het bovengedreven vet op de melk. Dit is het eindprodukt van het karnen. [N 12, 51, 52, 55, 58 en 61; JG 1a, 1b; L 1a-m; L 1u, 114; L 20, 26b; L 22, 8; L 27, 67 en 69; S 4 en 17; A 4, 26a en 26b; A 7, 19, 21, 22 en 23; A 9, 15b; A 16, 8a; A 28, 7; N 5A (I] I-11
boter inleggen botter inleggen: [botter] enlęqǝ (Sevenum) Techniek om de boter zo lang mogelijk te kunnen bewaren. Hierbij werd er zo min mogelijk gekneed. Zie voor de fonetische documentatie van (boter) en (botter) het lemma ''boter'' (12.14) in deze aflevering. [R 3, 76 en 77; Ge 22, 118; monogr.] I-11
boterhamworst hamworst: hamwôrs (Sevenum), schinkenworst: schènkewo:rs (Sevenum) hamworst /schinken- [N 06 (1960)] III-2-3
boterkussentje boterbabbeltje: bòtterbabbeltje (Sevenum, ... ) boterkussentje; Hoe noemt U: Een met boter bereid snoepje (boterkussentje, kokkien, suikerspek) [N 80 (1980)] III-2-3
boterlepel boterspaan: (vroeger) om boter te zouten.  botterspaon (Sevenum) lepel, houten ~; inventarisatie benamingen (boterspaan); betekenis/uitspraak [N 20 (zj)] III-2-1
boterpot boterpotje: (doffe o)  botterputje (Sevenum) pot, stenen ~; inventarisatie benamingen voor grote ~~ voor bijv. zuurkool e.d., kleinere ~~ voor boter, eieren e.d. (pijppot, timperpot); betekenis/uitspraak [N 20 (zj)] III-2-1