24983 |
bros, breekbaar |
bros:
bros (L266p Sevenum),
bròs (L266p Sevenum)
|
hard aanvoelend en toch gemakkelijk breekbaar [bros, sprok, ras, broos] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
25657 |
brouwen |
brouwen:
brouwen (L266p Sevenum),
brǫwǝ (L266p Sevenum)
|
Bier bereiden. Quicke (pag. 72) geeft de volgende omschrijving: "Van bier, het mout beslaan, het wort klaren, hoppen en koken; bier vervaardigen. [S 5; L 1a-m; L 22, 27a; monogr.]
II-2
|
25658 |
brouwer |
brouwer:
brǫwǝr (L266p Sevenum)
|
De persoon die bier brouwt. In dit lemma is alle materiaal opgenomen dat betrekking heeft op brouwer in de algemene betekenis van "de persoon die bier brouwt." In het lemma ''brouwmeester'' daarentegen zijn alle opgaven bijeen geplaatst die als antwoord werden gegeven op de vragen N 57, 58a/b/c/d: "Hoe noemt u de persoon of personen, belast met a. beslag maken, b. filteren, c. koken, d. afkoelen." [S 5; RND 112; L 1a-m; L 1u, 26; monogr.]
II-2
|
21169 |
brug |
brug:
brø͂ͅk (L266p Sevenum),
Opm. Duits: Gott.
bruk (L266p Sevenum)
|
brug [RND], [SGV (1914)]
III-3-1
|
30528 |
brugijzer |
schaarijzer:
sxā.rī.zǝr (L266p Sevenum)
|
Werktuig dat dient om leien op maat of volgens profiel af te kappen. De uitstekende punt van het brugijzer wordt in het dakbeschot geslagen waarna de lei op de scherpe bovenkant wordt gelegd en met de hamer wordt afgekapt. Zie ook afb. 82. [N 64, 158b]
II-9
|
20386 |
bruid |
bruid:
broeëd (L266p Sevenum),
broeət (L266p Sevenum),
brōēd (L266p Sevenum)
|
bruid [DC 05 (1937)] || de bruid [broeëd] [N 96D (1989)]
III-2-2
|
20387 |
bruidegom |
bruidegom:
broedegom (L266p Sevenum, ...
L266p Sevenum),
bruigom:
brügum (L266p Sevenum)
|
bruidegom [DC 05 (1937)] || de bruidegom [brudejam] [N 96D (1989)]
III-2-2
|
23221 |
bruidje in de processie |
bruidje:
bruudje (L266p Sevenum, ...
L266p Sevenum,
L266p Sevenum),
(korte uu).
⁄n bruudje (L266p Sevenum)
|
Bruidje in de processie. [N 07 (1961)] || Een in het wit gekleed meisje in de processiestoet [bruidje, maagdje, ingelche]. [N 96C (1989)]
III-3-3
|
20389 |
bruidsjapon |
bruidskleed:
broedsklieëd (L266p Sevenum)
|
de bruidsjapon, het bruidskleed [N 96D (1989)]
III-2-2
|
20371 |
bruidsmeisje |
bruidsmaagdje:
broedsmègje (L266p Sevenum)
|
het bruidsmeisje [brönkesje] [N 96D (1989)]
III-2-2
|