e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Sevenum

Overzicht

Gevonden: 6012

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
abt overste: euverste (Sevenum) Een overste in een klooster, abt [euverste, opperste]. [N 96D (1989)] III-3-3
accijns accijns (<lat.): accijns (Sevenum) de belasting op etenswaren [accijns] [N 90 (1982)] III-3-1
achterblijver krot: krot (Sevenum), ozelaar: ōǝzǝlǝr (Sevenum) Big die achterblijft in groei. [N 76, 49] I-12
achterdocht achterdocht: (a = lang)  achterdōōecht (Sevenum), Opm. a = lange a (met een ? erboven). ps. de e staat subscript geschreven en is omgespeld in: ë.  achterdōōëcht (Sevenum) achterdocht [SGV (1914)] III-1-4
achtergebleven hooi harken scharren: sxarǝ (Sevenum) Wanneer het hooi is binnengehaald werd soms nog eens het hooiland afgeharkt om het achtergebleven hooi te verzamelen. [N14, 122; A 34, 4 add.] I-3
achterhaam achterbroek: achterbroek (Sevenum) Samenstel van riemen dat op het achterwerk van het paard wordt gelegd en dient om de kar achteruit te stoten. [JG 1a, 1b, 2b; N 13, 74; monogr.] I-10
achterhand van het paard achterhand: axtǝrhaŋk (Sevenum) Het achtergestel van een paard, in tegenstelling met de voorhand of het voorste deel (3.1.3), en het middendeel of de middenhand (3.3.5). [N 8, 13 en 32.9] I-9
achterhek op de kar hoogsels: høxsǝls (Sevenum) [I, add.] II-4
achterhoofd bol: op den bol gevalle  bol (Sevenum) achterhoofd [N 10 (1961)] III-1-1
achterinboren achterinboren: axtǝrenbōrǝ (Sevenum) De uitgedopte klomp met behulp van de hielboor in de richting van de hakbodem uitboren. [N 97, 83] II-12