id | Begrip | Trefwoord: dialectopgave (plaats) | Omschrijving |
---|---|---|---|
18063 | de stuipen krijgen | de begavings krijgen: de begaòves kriëge (Sevenum) | stuipen: De stuipen hebben: een aanval van stuipen hebben (spinneweven, spinnevoeten, stuiptrekken, in de gaven liggen). [N 84 (1981)] III-1-2 |
19639 | de tafel afruimen | de tafel afzetten: de taffel aafzètte (Sevenum) | Wat is bij u de uitdrukking voor \'de tafel afruimen\'? (afvegen, afkuisen) [N 104 (2000)] III-2-1 |
19859 | de tafel dekken | de tafel dekken: de tòffel dèkke (Sevenum), tafel dekken: tàffel dekke (Sevenum) | tafel dekken; Hoe noemt U: De tafel dekken (rechten dekken) [N 80 (1980)] III-2-1 |
32408 | de teen afwerken | de teen opzetten: dǝ tīǝn ǫp˲zętǝ (Sevenum) | De teenholte van geheulde klomp met het teenmes ruimer maken en glad afwerken. [N 97, 90] II-12 |
24036 | de toog aankrijgen | de kleren aankrijgen: de klieër aankriege (Sevenum), de toog (<lat.) aankrijgen: de toog aankriege (Sevenum) | De toog/het habijt aankrijgen, gekleed worden. [N 96D (1989)] III-3-3 |
22136 | de vastgestelde tijden aflezen | aflezen: aaf-laeze (Sevenum) | het aflezen van de vastgestelde tijden? [N 93 (1983)] III-3-2 |
22099 | de voor het spel uitgekozen duif in een mand stoppen | klaarmaken: klaor maake (Sevenum) | de voor het spel uitgekozen duif op het hok in een mand stoppen? [N 93 (1983)] III-3-2 |
19640 | de was blauwen | blauwselen: blauwsele (Sevenum) | Wat is bij u de uitdrukking voor \'de was blauwen\'? (blauwen, blauwselen) [N 104 (2000)] III-2-1 |
19785 | de was invochten | insprinkelen: insprinkele (Sevenum), insprinkelen (Sevenum), invochten: invoochte (Sevenum), invoochten (Sevenum), sprinkelen: sprinkele (Sevenum) | het vochtig maken van strijkgoed [DC 28 (1956)] III-2-1 |
19643 | de was stijfselen | stijven: stiêve (Sevenum) | Wat is bij u de uitdrukking voor \'het linnen stijven\'? (stijven, stijselen) [N 104 (2000)] III-2-1 |