23713 |
engel des heren |
engel des heren:
den engel des heren (L192a Siebengewald)
|
Het "Engel des Heren"of "Angelus", het gebed bij het Angelus-luiden. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23898 |
engelbewaarder |
engelbewaarder:
ingelbewaarder (L192a Siebengewald)
|
Een beschermengel, bewaarengel, engelbewaarder, schutsengel. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
24062 |
engelenmis |
engelenmis:
ingelemis (L192a Siebengewald)
|
Een Engelenmis, een lijkdienst voor een kind dat jonger is dan zeven jaar en de eerste H. Communie nog niet heeft gedaan. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
32625 |
enkele kunstmestsoorten |
chili:
šili (L192a Siebengewald),
kali:
kāli (L192a Siebengewald),
kalk:
kalǝk (L192a Siebengewald),
kalkammon:
kalǝka`mǫn (L192a Siebengewald),
kaÿniet:
kái̯ǝ`nit (L192a Siebengewald),
slakken:
slakǝ (L192a Siebengewald),
stikstof:
stekstǫf (L192a Siebengewald),
super:
sypǝr (L192a Siebengewald)
|
In dit lemma is een aantal (verzamel)termen voor moderne kunstmestsoorten bijeengezet. De opsomming is verre van volledig, omdat naar het gebruik en de uitspraak van evt. regionale en algemene benamingen voor de verschillende kunstmeststoffen niet overal, noch genoegzaam werd geïnformeerd. [N 11A, 62b; N 11, 27 add.; N P, 8 + 9 add.; div.; monogr.]
I-1
|
33605 |
enten |
enten:
ēntə (L192a Siebengewald)
|
[RND 10]
I-7
|
23608 |
epistel |
epistel (<lat.):
epistel (L192a Siebengewald)
|
De eerste lezing, het epistel [t/dn epistel, epiestel?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
22433 |
ereboog |
boog:
boag (L192a Siebengewald),
ereboog:
ereboag (L192a Siebengewald)
|
De ereboog voor de jonge priester. [N 96D (1989)] || Een triumfboog of ereboog ter versiering van de straten [triejoemfboaëg]. [N 96C (1989)]
III-3-2
|
24046 |
ereboog voor de jonge priester |
ereboog:
ereboag (L192a Siebengewald)
|
De ereboog voor de jonge priester. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
20374 |
ereboog voor het bruidspaar |
krans:
kraans (L192a Siebengewald)
|
de ereboog voor het bruidspaar [N 96D (1989)]
III-2-2
|
33610 |
erf |
erf:
ɛ̄rəf (L192a Siebengewald)
|
I-7
|