e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Siebengewald

Overzicht

Gevonden: 1788
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
getuige getuige: getuuge (Siebengewald) de getuige bij het huwelijk [tsuuch] [N 96D (1989)] III-2-2
gevallen engelen gevallen engelen: gevalle ingele (Siebengewald) De gevallen engelen. [N 96D (1989)] III-3-3
gevormd worden gevormd worden: gevörmd worre (Siebengewald) Gevormd worden, het Vormsel ontvangen. [N 96D (1989)] III-3-3
gewelf gewelf: gewɛlf (Siebengewald) Het gewelf [zwerk, verwulf, verwölf?]. [N 96A (1989)] III-3-3
gewelfschildering gewelfschildering: gewɛlfsxeldəreŋ (Siebengewald) Een gewelfschildering, muurschildering. [N 96A (1989)] III-3-3
geweten gewissen (du.): gewése (Siebengewald) Het geweten [et jewisse]. [N 96D (1989)] III-3-3
gezongen mis gezongen mis: gəzoŋə meͅs (Siebengewald) Een mis met liturgische gezangen. [N 96B (1989)] III-3-3
gezwad, regel gemaaid gras gezwad: gǝzwat (Siebengewald), zwad: zwat (Siebengewald) De in dit lemma opgenomen woorden zijn van toepassing op de regel afgemaaid gras zoals een maaier die al voortgaande aan zijn linkerzijde vormt. Zie de toelichting bij het voorgaande lemma. = Bij de plaatscode duidt op gelijkheid van de benamingen voor zwad en gezwad in deze plaats; zie ook de kaart. [N 14, 93; JG 1a, 1b, 2c; A 16, 1b; A 4, 28 add.; A 23, 16 add.; L 8, 137; L 20, 28 add.; S 47; Gwn 7, 9; Lu 1, 16 II add.; monogr.] I-3
gier oproeren roeren: rȳrǝ (Siebengewald) Bij het oppompen van de gier moest men geregeld de inhoud van de gierkelder oproeren, om te voorkomen dat de dikkere giermaterie, het gierbezinksel, onder in de put zou blijven en door de pomp niet meer opgezogen zou kunnen worden. [JG 1a + 1b; N 11A, 59b; S 30; monogr.] I-1
gier pompen [gier] pompen: põmpǝ (Siebengewald) Gier met een pomp uit de gierkelder opzuigen en in de gereedstaande gierton doen vloeien. De gegevens voor Nederlands Limburg (voornamelijk verkregen d.m.v. n 11A) beperken zich tot een achttiental plaatsen. Voor de overige is echter ook het type pompen te verwachten. De plaatselijke uitspraak daarvan kan worden afgeleid uit de gegevens van het vorige lemma. De plaatselijke term voor gier, het object van deze handeling, vindt men in het lemma gier c.a. [JG 1a + 1b; N 11A, 50b; A 9, 26 add.; monogr.] I-1