23801 |
het vuur wijden op paaszaterdag |
vuur wijden:
t vuur wije (L192a Siebengewald)
|
Het gebruik om op Paaszaterdag het vuur te wijden. [N 96C (1989)]
III-3-3
|
23618 |
het zielboek aflezen |
het zielenboek aflezen:
zielenbooek afleze (L192a Siebengewald)
|
Het zielenboek aflezen. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23619 |
het zielboek voldoen |
zielenboek betalen:
zielenbooek betaole (L192a Siebengewald)
|
Het zielenboek voldoen, de hiervoor verschuldigde bijdrage betalen. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
20404 |
heten |
heten:
hiete (L192a Siebengewald)
|
heten [DC 37 (1964)]
III-2-2
|
32923 |
heukeling |
opper:
øpǝr (L192a Siebengewald),
weerhoop:
wɛrhōp (L192a Siebengewald),
weerhoopje:
wɛrhø̜pkǝ (L192a Siebengewald)
|
Het kleinste hoopje halfdroog hooi dat men ''s avonds maakt door het opwerken van de rijen, om ze ''s anderendaags weer uiteen te gooien. De kaarten 40, 42 en 44, respectievelijk "heukeling", "hoop" en "opper" hebben alle drie dezelfde opbouw, die weer in verband staat met de opbouw van de kaarten 39, 41 en 43: "op heukelingen zetten", "op hopen zetten" en "op oppers zetten". Voor deze zes kaarten zijn ook dezelfde symbolen voor gelijke opgaven gebruikt. [N 14, 104 en 103 add.; JG 1a, 1b, 2c; A 16, 3a; A 42, 20a, L 36, 1; L 38, 38a; monogr.]
I-3
|
23901 |
hiernamaals |
hiernamaals:
hiernamals (L192a Siebengewald)
|
Het hiernamaals, het namaals, het leven na dit leven. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
22774 |
hinkelen |
hinken:
hinke (L192a Siebengewald)
|
hinkelspel [BN 06]
III-3-2
|
18213 |
hoed |
hoed:
hōēd (L192a Siebengewald)
|
Deze hoed heeft een gele kleur [DC 42B (1967)]
III-1-3
|
18191 |
hoed (alg.) |
hoed:
hû:t (L192a Siebengewald)
|
hoed [RND]
III-1-3
|
34212 |
hoeden van koeien |
hoeden:
hø̜̄jǝ (L192a Siebengewald)
|
[N 3A, 12a; N M, 2; JG 1a, 1b; A 48, 18c; L 1a-m; L 27, 5; S 14; Wi 39; R; monogr.]
I-11
|