e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q116p plaats=Simpelveld

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kerkwaarts naar de kerk: noa gen kirch (Simpelveld) kerkwaarts [SGV (1914)] III-3-3
kermis kermis: kirmes (Simpelveld), kirəməs (Simpelveld) kermis [RND] || Kermis. III-3-2
kermis add. bend: öcherbend (Simpelveld) Kermis te Aken. III-3-2
kermismolen carrousel (fr.): karetsel (Simpelveld), paardscarrousel: peëdskaretsel (Simpelveld) Carrousel; draaimolen. || Paardenmolen. III-3-2
kern moer: muǝr (Simpelveld) Uitsteeksel dat komt bloot te liggen, wanneer de koe een hoorn afstoot. [A 4, 15; L 20, 15] I-11
kers, zoete soorten kers: kī.əš (Simpelveld) I-7
kerstlied kerstliedje: krislidje (Simpelveld) Een lied dat in de kersttijd veel gezonden wordt [leis, kerstliedje]. [N 90 (1982)] III-3-2
kettingeg, weide-eg ketting[eg]: kęteŋ[eg] (Simpelveld), weie(n)[eg]: wę ̝i̯ǝ[eg] (Simpelveld) De kettingeg bestaat uit een vier-, soms driehoekig raam of slechts uit een losse voor- en achterbalk, waartussen kettingen gespannen zijn. Aan deze kettingen zijn korte en lichte tanden bevestigd. Zie afb. 13 en 14. Met de kettingeg wordt voornamelijk licht werk verricht. Het bekendst is het gebruik als weide-eg. Men bewerkt de weide met de kettingeg om de grasmat luchtiger te maken, om mest te verspreiden en molshopen te slechten. Men kan de kettingeg ook gebruiken om gerooide en in panden gelegde suikerbieten van de aanklevende aarde te ontdoen. Soms wordt met de kettingeg ook akkerland bewerkt. Van enige termen aan het einde van het lemma vindt men de plaatselijke varianten in het lemma ¬¥akkersleep, weidesleep¬¥ vermeld. Voor ''eg'' en ''eg'' zie men de toelichting bij het lemma ''eg''. [JG 1a + 1b + 2c; A 13, 16b; A 40, 10; N 11, 72e + 71 add.; N 11A, 163a + 181f; N 14, 81 add.; N J, 10; N P, 18b; monogr.] I-2
keukenrek kruikenbank: krūgəbaŋk (Simpelveld) rek waarop kommen en kruiken staan III-2-1
kever, tor kever: kêver (Simpelveld, ... ) kever [SGV (1914)] || tor [SGV (1914)] III-4-2