18071 |
kroep |
kroep:
krop (Q116p Simpelveld)
|
Kroep: ontsteking van het strottehoofd en de luchtpijp die door afzettingen op het slijmvlies gevaar van verstikking met zich meebrengt (kroep, krop, pip). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
25010 |
krom, met bochten |
krom:
kromp (Q116p Simpelveld),
kroŏmp (Q116p Simpelveld)
|
afwijkend van een rechte lijn met een of meer bochten [krom, kromp, slom] [N 91 (1982)] || krom [SGV (1914)]
III-4-4
|
31261 |
kromme schroodbeitel |
ronde schroodbeitel:
roŋǝ šrǫt˱bēsǝl (Q116p Simpelveld)
|
Schroodbeitel waarvan het werkvlak gebogen is. De kromme schroodbeitel wordt volgens Van der Wal (pag. 76) gebruikt als draagvlak bij het smeden van scherp overgewerkte profielen. Zie ook afb. 21. [N 33, 117]
II-11
|
25011 |
krommen |
krommelen:
krummele (Q116p Simpelveld)
|
krommen [SGV (1914)]
III-4-4
|
17894 |
krommen, ombuigen |
buigen:
beugə (Q116p Simpelveld),
krommelen:
krummele (Q116p Simpelveld),
ombuigen:
umbeuge (Q116p Simpelveld)
|
krommen [SGV (1914)] || Krommen: een kromme, gebogen vorm doen aannemen (krommen, buigen, draaien). [N 84 (1981)] || ombuigen [SGV (1914)]
III-1-2
|
31349 |
krompasser |
kromme passer:
kromǝ pasǝr (Q116p Simpelveld)
|
Passer met kromme benen waarmee de dikte van voorwerpen kan worden gemeten. Er bestaan twee uitvoeringen van de krompasser: één met veer en stelschroef en één met een scharnierpunt dat voldoende stroef is om de twee benen, na het uitzetten van de vereiste afmeting, in die stand vast te houden. De benen van de krompasser met stelschroef kunnen met een kartelmoer worden gefixeerd. Zie ook afb. 82. [N 33, 252c; N 64, 80b; N 66, 1b]
II-11
|
20591 |
kroppen, gezegd van voedsel |
in de strot hangen:
in dər sjtraos hangə (Q116p Simpelveld),
kroppen:
kröppə (Q116p Simpelveld)
|
Hoe noemt U: In de slokdarm blijven steken, gezegd van een hap voedsel (kroppen) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
20658 |
kruiden, specerijen |
gekruids:
gekruuts (Q116p Simpelveld)
|
specerijen
III-2-3
|
20587 |
kruidenjenever |
bittere:
bittərə (Q116p Simpelveld),
elsje:
èlskə (Q116p Simpelveld),
miemmelenbittere:
miemmelebittere (Q116p Simpelveld)
|
aalbessenjenever || kruidenjenever; Hoe noemt U: Jenever met kruiden (pop) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
20805 |
kruidnagel |
groffelsnagel:
groŏfelsnaal (Q116p Simpelveld),
gróffelsneël (Q116p Simpelveld)
|
kruidnagel [SGV (1914)] || kruidnagels
III-2-3
|