e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q116p plaats=Simpelveld

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
mannelijke geit bok: bok (Simpelveld), boq (Simpelveld), bokje: bøkškǝ (Simpelveld) [N 70, 8; N 77, 78; N 77, 80; A 9, 19; L 32, 82; Wi 11; RND 89; JG 1a, 1b, 2c; Vld.; monogr.] I-12
mannelijke hond, reu rekel: WBD/WLD  reakəl (Simpelveld), rède (d.): r‧øͅətjə (Simpelveld) Hoe noemt u een mannelijke hond (reu, rengel, menne, menneke) [N 83 (1981)] || reu, mann. hond III-2-1
mannelijke merel merelmannetje: meəle-menneke (Simpelveld) een mannelijke merel (melhoorn, merelhoorn) [N 83 (1981)] III-4-1
mannenkleren mansluikleren: mansluukleier (Simpelveld) Mannenkleren. [DC 62 (1987)] III-1-3
mannenondergoed mansluitsonderwas: mansluutsongerwesch (Simpelveld) Ondergoed voor mannen. [DC 62 (1987)] III-1-3
mannenonderhemd onderhemd: ongerhemp (Simpelveld) Onderhemd voor mannen. Hoe noemt men in uw dialect het hemd dat onder de bovenkleding wordt gedragen, direct op het lichaam: van mannen? [DC 62 (1987)] III-1-3
maretak haamscheut: haamsjut (Simpelveld) marentak [SGV (1914)] III-4-3
markt markt: māt (Simpelveld) markt [RND] III-3-1
marktplein markt: maat (Simpelveld) het plein in een stad of dorp waar markt gehouden wordt [mert, marktveld] [N 90 (1982)] III-3-1
marmer marmer: marmer (Simpelveld, ... ), marmər (Simpelveld), màrrəmər (Simpelveld) marmer [SGV (1914)] || marmer, dicht, fijnkorrelig kalkgesteente dat geschikt is om te bewerken en te polijsten, in bouw- en beeldhouwkunst als grondstof gebruikt [marbel, melber] [N 81 (1980)] III-4-4