18736 |
meisjeshemd? |
onderhemd:
ongerhemp (Q116p Simpelveld)
|
Onderhemd voor meisjes. Hoe noemt men in uw dialect het hemd dat onder de bovenkleding wordt gedragen, direct op het lichaam: van meisjes? [DC 62 (1987)]
III-1-3
|
18734 |
meisjesonderbroek? |
meidjesboks:
maedsches boks (Q116p Simpelveld)
|
Onderbroek voor meisjes. [DC 62 (1987)]
III-1-3
|
18583 |
meisjesondergoed |
meidjesonderwas:
maedschesongerwesch (Q116p Simpelveld)
|
Ondergoed voor meisjes. [DC 62 (1987)]
III-1-3
|
18125 |
melaatsheid |
lepra:
leepra ? (Q116p Simpelveld)
|
Melaatsheid: lepra, in de huid ontstaan knobbels; de ziekte kan tot afschuwelijke verminkingen leiden (leproosheid, lazerij). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
20970 |
melig |
melig:
maəlig (Q116p Simpelveld)
|
Te rijp en daardoor droog en korrelig, gezegd van een vrucht (meelachtig, melen, versleten, melig). [N 82 (1981)]
III-2-3
|
34237 |
melk |
melk:
melx (Q116p Simpelveld),
melǝx (Q116p Simpelveld)
|
De hoofdzakelijk uit water, eiwit, vet en melksuiker bestaande witte vloeistof die door het vrouwelijk rund wordt afgescheiden. Op de kaart is het woordtype melk niet opgenomen. [A3, 3; A 11, 1c; A 17, 17; A 7, 14; RND 40; RND 127; S 23; JG 1a, 1b, 2c; L 1a-m; L 4, 3; L 29, 5; NE 3, V 6n; Vld.; Gwn 10, 1; monogr.]
I-11
|
34241 |
melk zeven |
zijen:
zēi̯ǝ (Q116p Simpelveld),
zijgen:
sē̜ǝgǝ (Q116p Simpelveld)
|
De melk door een doek, zeef of filter laten vloeien om de melk te zuiveren van onbruikbare of verontreinigende stoffen of bestanddelen. [S 46; Wi 30; monogr.; add. uit N 12, L 324]
I-11
|
21288 |
melkboer |
melksboer:
milixzbu.ər (Q116p Simpelveld)
|
melkboer [RND]
III-3-1
|
34226 |
melken |
melken:
mɛlkǝ (Q116p Simpelveld),
mɛlǝkǝ (Q116p Simpelveld)
|
Melk uit de uiers van de koe drukken. Zie afbeelding 9. [L 38, 44; JG 1a, 1b; Wi 26; Vld.; monogr.]
I-11
|
33554 |
meloen |
meloen:
meloen (Q116p Simpelveld)
|
Een meloen, de komkommerachtige oranjekleurige of groene, sappige, smakelijke vrucht (meloen, kanteloep). [N 82 (1981)]
I-7
|