e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q116p plaats=Simpelveld

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
omhelzen om de hals krijgen: um `n hoas kriege (Simpelveld) omhelzen [SGV (1914)] III-1-2
omhooggaan opstijgen: opsjtiegə (Simpelveld) rijzen: Naar boven gaan, omhooggaan (rijzen, stijgen). [N 84 (1981)] III-1-2
omslagluier vees: cf. Schuermans en WNT  vīyš (Simpelveld) Hoe noemt men de doeken, waarin de zuigelingen gewikkeld worden ? Hebben de binnenste een andere naam dan de buitenste ? [DC 04 (1936)] III-2-2
onbelangrijk onwichtig: onwiechtiech (Simpelveld) van geen belang, niet belangrijk [ongewicht] [N 91 (1982)] III-4-4
onbewolkt klaar: klaor (Simpelveld), kloar (Simpelveld), klare lucht: kloor lōēət (Simpelveld) onverduisterd in licht, schijn of glans [helder, klaar, licht] [N 91 (1982)] || wolkenloos, zonder wolken, gezegd van de lucht [uitgekeerd, uitgeklaard, klaar] [N 81 (1980)] III-4-4
onderdelen van de kettingeg kleine botte tanden: kl˙ęŋ botǝ ts˙ɛ ̝ŋ (Simpelveld), sleepbalk: šlē.f˱ba.lǝk (Simpelveld), trekbalk: tręk˱ba.lǝk (Simpelveld) Voor de betrokken onderdelen zie men ook de afb. 63 en 64. [N 11A, 163b + c + d; monogr.] I-2
onderdelen van het zwenghout en de evenaar kam: ka.mp (Simpelveld), schachtel (d.): ša.xtǝl (Simpelveld), trekkam: trękka.mp (Simpelveld) Voor de betrokken onderdelen zie men ook de afb. 98, 99 en 100. [N 11A, 103a + b + c; N 11A, 104a + b; div.; monogr.] I-2
ondereinde van de stam vot: vot (Simpelveld) Het dikke uiteinde van de stam, onderaan (voet, kont, gat, kop). [N 82 (1981)] III-4-3
ondergoed onderwas: ongerwesch (Simpelveld) Onderkleding. Wat is in uw dialect het gewone woord voor onderkleding? [DC 62 (1987)] III-1-3
ondergronden, woelen ondergronden: oŋǝrgroŋǝ (Simpelveld) Met een aparte ploeg of met een aan de gewone ploeg bevestigde schaar, klauw of haak de zool, harde laag of bank onder (in) de voor breken of openrakelen. [N 11, 46; N27, 13b] I-1