e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q116p plaats=Simpelveld

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
rauw ongekookt: ongəkaocht (Simpelveld), rauw: ruuə (Simpelveld, ... ), rûû (Simpelveld) rauw; Hoe noemt U: Rauw, niet gekookt (groen, rauw) [N 80 (1980)] III-2-3
ravotten rulsen: rultse (Simpelveld, ... ) stoeien [SGV (1914)] || Stoeien. III-3-2
rechtbank gerecht: gerich (Simpelveld), tribunaal (<fr./lat.): Van Dale: tribunaal (&lt;Lat.), 1. gerecht; vooral een rechtbank voor bijzondere rechtspleging waaraan niet-juristen deelnemen, zoals in Nederl. in 1944-47 voor politieke delinquenten; -2. (gew.) rechtszitting; - bekeuring.  tribunoal (Simpelveld) rechtbank [SGV (1914)] III-3-1
rechtop rechtop: rëx op (Simpelveld) steil [SGV (1914)] III-4-4
rechtse linkse brabander: leŋksǝ [brabander] (Simpelveld), rechtse brabander: rę̄ǝtsǝ [brabander] (Simpelveld) Met de in dit lemma "links" of "rechts" genoemde ploegen wordt bedoeld, dat schaar + strijkbord, kouter en voorschaar - ook bij wentelploegen - onderling en t.o.v. de ploegboom een zodanige stand hebben, dat de ploeg (van achteren gezien) de voor hetzij naar rechts, hetzij naar links omkeert. Over het algemeen kende men naar rechts werkende ploegen. Uit de meeste opgaven blijkt duidelijk dat ze werden verstrekt naar aanleiding van eenscharige ploegmodellen. [N 11, 30 add.; N 11A, 70 a + b; monogr.] I-1
rechtse boor rechtsdraaiend: rɛxs˱drīǝnǝnt (Simpelveld) Boorijzer waarbij de borende werking optreedt wanneer het rechtsom gedraaid wordt. [N 33, 158b] II-11
reeks, rij rij: rij (Simpelveld) rij [SGV (1914)] III-4-4
regenworm piering: piering (Simpelveld, ... ), worm: wo.rəm (Simpelveld) pier [SGV (1914)] || pier, aardworm [SGV (1914)] || worm, alg. III-4-2
rei rei: rej? (Simpelveld) rei [SGV (1914)] III-3-2
reis reis: rees (Simpelveld) het gaan van een plaats naar een andere, meestal met een of ander vervoermiddel (reis) [N 90 (1982)] III-3-1