e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q116p plaats=Simpelveld

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
rot vuil: voe:l (Simpelveld) Rot, gezegd van fruit (rotterig, rotsig, rot, meluw). [N 82 (1981)] III-2-3
rot, van fruit vuil: voe:l (Simpelveld) Rot, gezegd van fruit (rotterig, rotsig, rot, meluw). [N 82 (1981)] I-7
rotten vuilen: voelə (Simpelveld) Rotten en verschrompelen van appels (slijten, uitdrogen, verrompelen, rotte, verfronselen, verslijten, verrimpelen). [N 82 (1981)] III-2-3
rotten, van fruit vuilen: voelə (Simpelveld) Rotten en verschrompelen van appels (slijten, uitdrogen, verrompelen, rotte, verfronselen, verslijten, verrimpelen). [N 82 (1981)] I-7
royaal goedgeefs: goodgêfs (Simpelveld) gul [SGV (1914)] III-3-1
rozenbottel papenmuts: papemutsj (Simpelveld) rozenbottel [SGV (1914)] III-4-3
rozijn rozijn: rozieng (Simpelveld) Een gedroogde druif (rozijn, serzijn). [N 82 (1981)] III-2-3
rug rug: ruk (Simpelveld), rùk (Simpelveld), rugstrang: rukštrank (Simpelveld) rug [DC 01 (1931)], [SGV (1914)] III-1-1
ruige mest ruwe mest: ru ̞u̯ǝ [mest] (Simpelveld) Ruige mest is mest die pas uit de stal is gekomen en daarom nog onverteerd stro bevat. Deze mest vormt aanvankelijk de boven- of buitenlaag van de mesthoop, die o.i.v. zon en wind gemakkelijk verdroogt. Hij heeft daarom ook (nog) niet de kwaliteit van de in het vorige lemma bedoelde mest, die langer en dieper in de mesthoop heeft gezeten. De plaatselijke varianten van [mest [N M, 10b; N 11, 27 add.; N 11A, 4b; JG 1a + 1b add.; div.] I-1
ruilen (als spel) tuisen: toesje (Simpelveld), wisselen: wessele (Simpelveld) Ruilen. || Wisselen; ruilen. III-3-2