e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q116p plaats=Simpelveld

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
sprokkelen (hout) rapen: hoots rafe (Simpelveld), zomeren: zuumərə va hoots (Simpelveld) sprokkelen [SGV (1914)] || Sprokkelen: gevallen, dor hout zoeken (sprokkelen, stekkeren). [N 84 (1981)] III-1-2
spruitkool, spruitje spruiten: sjproete (Simpelveld) spruiten [SGV (1914)] I-7
spuiten sprietsen: sjprietse (Simpelveld, ... ), sjprietsə (Simpelveld, ... ), sprīētsə (Simpelveld), spritsen (<du.): sjprietsə (Simpelveld) persen, Met kracht vloeistof door een nauwe opening ~ (spuiten, spruiten, spritsen, sprietelen). [N 84 (1981)] || spuiten [SGV (1914)] || spuiten, met kracht door een nauwe opening naar buiten geperst worden, gezegd van water [spruiten, spritsen, sprietelen] [N 81 (1980)] || vloeistof met kracht door een nauwe buis naar buiten persen [spuiten, spruiten, spritsen, sprietelen] [N 91 (1982)] III-1-2, III-4-4
staalborstel draadborstel: drǭt˱bøštǝl (Simpelveld) Soort handborstel met stalen draden waarmee vuil en roest van metaal kan worden verwijderd, koper gepolijst kan worden, etc. Zie ook afb. 207. Volgens respondenten uit L 159a, 165, 192a, 213, 217, 289, 290, 291, 382, 414, 423, 432, P 47, 219, Q 18, 71, 83, 86, 111 en 121b werd de staalborstel ook vaak gebruikt om vijlsel uit de kap van het blad van vijlen te verwijderen. Vgl. het lemma "vijlborstel". Zie ook het lemma "staalborstel" in de paragraaf over de vaktaal van de huisschilder in Wld II.9, pag. 203-204. [N 33, 107; N 33, 216; N 64, 59a-b] II-11
staan staan: sjtoa (Simpelveld) staan [SGV (1914)] III-1-2
staart staart: štats (Simpelveld, ... ), staat: sjtats (Simpelveld) [A 2, 37; L 29, 27; S 35; monogr.]staart [SGV (1914)] || Zie afbeelding 2.37. [JG 1a, 1b; RND 60] I-11, I-9, III-4-2
stad stad: sjtad (Simpelveld), štat (Simpelveld) stad [RND], [SGV (1914)] III-3-1
stal stal: šta.l (Simpelveld) Een ruimte in het algemeen, die onderdak biedt aan vee. De benamingen kunnen zowel het gebouw, als de ruimte daarbinnen betreffen. Meestal wordt kortheidshalve van "de stal" gesproken, als men het veeverblijf en met name de koestal bedoelt. [JG 1a en 1b; Wi 11; S 50; L A1, 4; RND 97; monogr.; add. uit N 5A, passim] I-6
stallen vortzetten: voetsetze (Simpelveld) [voertuigen, rijwielen enz.] in een garage of bewaarplaats zetten [stallen, stationeren, garen] [N 90 (1982)] III-3-1
stam van de boom stam: sjtam (Simpelveld) Het deel van een boom van de wortels tot aan de takken (stam, bol). [N 82 (1981)] III-4-3