e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q116p plaats=Simpelveld

Overzicht

Gevonden: 2877
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
fakkeloptocht fakkelopzug (<du.): fakkelóptsóg (Simpelveld) Fakkeloptocht. III-3-2
fanfare fanfare: fanfaar (Simpelveld, ... ) Een muziekkorps dat bestaat uit koperen blaasinstrumenten en slagwerk [fanfare, fanfaar, muziek]. [N 90 (1982)] || Fanfare. III-3-2
feest feest: fes (Simpelveld) Feest. III-3-2
feesten vieren: viere (Simpelveld) 1. Feesten. III-3-2
fietsen fiets varen: fiets vaore (Simpelveld) op een fiets rijden [fietsen, wieleren] [N 90 (1982)] III-3-1
fijt fijt: fīēt (Simpelveld) nagelontsteking: De ontsteking van a) heeft ook het beenvlees van een vingerkootje aangetast; fijt (zwart, daal, vijt, fijt, fijk, fiek). [N 84 (1981)] III-1-2
filet, haas filet: filéé (Simpelveld), muisje: mūūsge (Simpelveld), rindsfilet: ringsfilee (Simpelveld) lendestuk; Hoe noemt U: Lendestuk, ossehaas (ossehaas, harst, osseharst, runderharst, filet) [N 80 (1980)] III-2-3
fladderen fladderen: fladdərə (Simpelveld, ... ) fladderen op gebrekkige wijze of bij korte beurten vliegen, gezegd van jonge vogels (flodderen, plodderen, plodden, vluggen, flaggeren, floddervleugelen) [N 83 (1981)] III-4-1
flauwvallen kwalijk vallen: koalig valle (Simpelveld), kwalijk - [neervallen, cfr. vraagstelling]; doch in aansluiting met andere antwoorden gewoon kwalijk vallen (rk).  koalig [vallen} (Simpelveld), van de welt (du.) gaan: van de welt goa (Simpelveld) het bewustzijn verliezen [DC 60 (1985)] || Wilt u het volgende zinnetje aanvullen: hij kreeg zon harde klap, hij viel ... neer. (buiten bewustzijn) [DC 60 (1985)] || zwijm: In onmacht, in zwijm vallen (bezwijmen, vallen, zwijmelen, zwinden, kwalijk worden). [N 84 (1981)] III-1-2
flensje pannenkoek: pannekoŏch (Simpelveld), struifje: sjtrufchərə (Simpelveld) flensje [SGV (1914)] || flensje; Hoe noemt U: Een dun pannekoekje, een flensje (struifje, koekje, flensje, broedertje) [N 80 (1980)] III-2-3