21285 |
heer |
heer:
he.ər (Q116p Simpelveld)
|
heer [RND]
III-3-1
|
18015 |
hees, schor |
gram:
graam (Q116p Simpelveld)
|
hees [SGV (1914)]
III-1-2
|
32815 |
hefboom van de cultivator |
hevel/hebel (d.):
hēbǝl (Q116p Simpelveld)
|
Met de hefboom van een wielcultivator laat men het raam zover zakken dat de tanden op de gewenste diepte door de grond gaan. Om de cultivator buiten werking te stellen zet men m.b.v. de hefboom het raam in zijn hoogste stand, zodat de tanden geheel vrij van de grond zijn. Bij een sleepcultivator worden m.b.v. de hef-boom de assen met veertanden naar achteren (= dieper) of naar voren (= minder diep) gedraaid. [N 11A, 151i; monogr.]
I-2
|
31656 |
heiblok |
heiblok:
hējblǫk (Q116p Simpelveld)
|
Zwaar houten blok waaraan verschillende handvatten zijn bevestigd. Het heiblok wordt bij het aanleggen van een pomp gebruikt bij het in de grond slaan van buizen. Zie ook afb. 245 en het lemma ɛhandheiɛ in WLD deel II.9, pag. 53. Het betreft daar een vergelijkbaar werktuig voor het heien van funderingspalen. Het woordtype heiblok op drie-/drijpoot is van toepassing op een trekhei, een heistelling in de vorm van een driepoot waaraan een katrol is gemonteerd. Over de schijf loopt een dik touw waar aan één uiteinde het heiblok is vastgemaakt. Het toestel wordt door spierkracht of met behulp van een stoommachine, een elektromotor of een verbrandingsmotor aangedreven. In de laatste drie gevallen wordt daarbij gebruik gemaakt van een liertoestel. Zie ook het lemma ɛtrekheiɛ in WLD deel II.9, pag. 54. In P 219 werden de buizen met behulp van een voorhamer (v0rhqm9r) in de grond gedreven.' [N 33, 336]
II-11
|
23208 |
heilig |
heilig:
hilleg (Q116p Simpelveld)
|
heilig [SGV (1914)]
III-3-3
|
33725 |
hek |
garni:
garnęi̯ (Q116p Simpelveld)
|
Algemene benaming. [N 14, 62; S 13; L 1a-m; RND 8, 20; R I, 44; R I, 45; monogr.]
I-8
|
19461 |
hek, hekwerk |
staketsel:
štaŋkɛtsəl (Q116p Simpelveld)
|
hekwerk
III-2-1
|
19488 |
hek, poortje |
gaard:
gār (Q116p Simpelveld),
garnei:
garnei (Q116p Simpelveld)
|
hek [SGV (1914)] || tuinpoortje
III-2-1
|
19915 |
hemel |
hemel:
himmel (Q116p Simpelveld),
himəl (Q116p Simpelveld)
|
hemel [RND], [SGV (1914)]
III-3-3
|
22746 |
hengel: angel |
angel:
angel (Q116p Simpelveld)
|
hengel [SGV (1914)]
III-3-2
|