19849 |
porselein |
porselein:
pǫštǝlęj (Q116p Simpelveld)
|
Verzamelnaam voor ceramische produkten die gebakken zijn uit porseleinaarde waar zekere bijvoegsels door zijn gemengd. Porselein kenmerkt zich door het feit dat het in tegenstelling tot bijvoorbeeld gleiswerk, fijn, wit en halfdoorschijnend is en een ongekleurd, sterk glimmend glazuur vertoont. [Wi 53; L 35, 78; N 20, 5; monogr.]
II-8
|
21482 |
portefeuille |
portefeuille (fr.):
Karte 74.
porte(-)feuille (Q116p Simpelveld)
|
Brieftasche
III-3-1
|
21203 |
postbode |
briefdrager:
Briefträger (Q116p Simpelveld),
brievendrager:
brivvedreager (Q116p Simpelveld),
brivədrɛgər (Q116p Simpelveld)
|
de persoon die de post bezorgt [bode, postbode, fak, fakteur, briefdrager, postknecht, postloper, post] [N 90 (1982)] || postbode [RND]
III-3-1
|
21141 |
postkoets |
postwagen:
poswaan (Q116p Simpelveld)
|
een reiswagen in geregelde dienst voor het vervoer van passagiers [postkoets, post, postkaars, diligence] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
21207 |
postzegel |
postzegel:
possieëgel (Q116p Simpelveld)
|
het rechthoekige gekleurd stukje papier dat men op brieven etc. plakt om daarmee de port te betalen [postzegel, kopje, tember, zegel] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
33171 |
poten |
planten:
plantsǝ (Q116p Simpelveld)
|
In dit lemma staan de algemene benamingen voor het planten van de pootaardappelen bijeen. [N 12, 10; N 15, 1b en 1c; JG 1a, 1b, 1c, 2c; A 20, 1a; A 23, 17d.I; Lu 1, 17d.I; Wi 43; monogr.; add. uit N 12, 15; N M, 18a en 18b]
I-5
|
18833 |
potsachtig |
plezierig:
pləzeerich (Q116p Simpelveld),
spassig (du.):
sjpassich (Q116p Simpelveld)
|
lachwekkend, met minder fijnzinnige humor [grollig] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
27074 |
praam |
muilijzer:
mulīzǝr (Q116p Simpelveld)
|
Neusknijper om het paard in bedwang te houden. Een praam bestaat uit een houtje met een lus eraan, die rond de bovenlip van het paard wordt gelegd en met het houtje wordt aangedraaid. Er bestaan ook metalen neusknijpers met deze functie (zie o.a. de termen muilijzer, tandijzer en gebitijzer). [JG 1b, 1c, 2c; N 13, 85; N 33, 377 en 380; S 28; monogr.]
I-10
|
21006 |
prei |
breedloof:
breedloof (Q116p Simpelveld)
|
prei [SGV (1914)]
I-7
|
22687 |
prent(je) |
beeld(je):
beldje (Q116p Simpelveld),
schild(je):
sjild (Q116p Simpelveld)
|
Een plaatje, prentje, afbeelding [beeldeke]. [N 90 (1982)] || prent [SGV (1914)]
III-3-2
|