20529 |
rauw |
ongekookt:
ongəkaocht (Q116p Simpelveld),
rauw:
ruuə (Q116p Simpelveld, ...
Q116p Simpelveld),
rûû (Q116p Simpelveld)
|
rauw; Hoe noemt U: Rauw, niet gekookt (groen, rauw) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
22338 |
ravotten |
rulsen:
rultse (Q116p Simpelveld, ...
Q116p Simpelveld)
|
stoeien [SGV (1914)] || Stoeien.
III-3-2
|
21356 |
rechtbank |
gerecht:
gerich (Q116p Simpelveld),
tribunaal (<fr./lat.):
Van Dale: tribunaal (<Lat.), 1. gerecht; vooral een rechtbank voor bijzondere rechtspleging waaraan niet-juristen deelnemen, zoals in Nederl. in 1944-47 voor politieke delinquenten; -2. (gew.) rechtszitting; - bekeuring.
tribunoal (Q116p Simpelveld)
|
rechtbank [SGV (1914)]
III-3-1
|
24975 |
rechtop |
rechtop:
rëx op (Q116p Simpelveld)
|
steil [SGV (1914)]
III-4-4
|
32632 |
rechtse |
linkse brabander:
leŋksǝ [brabander] (Q116p Simpelveld),
rechtse brabander:
rę̄ǝtsǝ [brabander] (Q116p Simpelveld)
|
Met de in dit lemma "links" of "rechts" genoemde ploegen wordt bedoeld, dat schaar + strijkbord, kouter en voorschaar - ook bij wentelploegen - onderling en t.o.v. de ploegboom een zodanige stand hebben, dat de ploeg (van achteren gezien) de voor hetzij naar rechts, hetzij naar links omkeert. Over het algemeen kende men naar rechts werkende ploegen. Uit de meeste opgaven blijkt duidelijk dat ze werden verstrekt naar aanleiding van eenscharige ploegmodellen. [N 11, 30 add.; N 11A, 70 a + b; monogr.]
I-1
|
31401 |
rechtse boor |
rechtsdraaiend:
rɛxs˱drīǝnǝnt (Q116p Simpelveld)
|
Boorijzer waarbij de borende werking optreedt wanneer het rechtsom gedraaid wordt. [N 33, 158b]
II-11
|
25083 |
reeks, rij |
rij:
rij (Q116p Simpelveld)
|
rij [SGV (1914)]
III-4-4
|
24308 |
regenworm |
piering:
piering (Q116p Simpelveld, ...
Q116p Simpelveld),
worm:
wo.rəm (Q116p Simpelveld)
|
pier [SGV (1914)] || pier, aardworm [SGV (1914)] || worm, alg.
III-4-2
|
22854 |
rei |
rei:
rej? (Q116p Simpelveld)
|
rei [SGV (1914)]
III-3-2
|
21195 |
reis |
reis:
rees (Q116p Simpelveld)
|
het gaan van een plaats naar een andere, meestal met een of ander vervoermiddel (reis) [N 90 (1982)]
III-3-1
|