32035 |
een halfhoutse hoekverbinding maken |
gelijk inlaten:
gǝlīk˱ enlǭtǝ (L385p Sint Odilienberg),
half overeen inlaten:
half˱ ø̄vǝręjn enlǭtǝ (L385p Sint Odilienberg)
|
Twee stukken hout met behulp van een lip onder een bepaalde hoek met elkaar verbinden. [N 54, 51a]
II-12
|
30425 |
een lambrizering aanbrengen |
panelen maken:
panēlǝ mākǝ (L385p Sint Odilienberg)
|
De afstand van leuning tot trapboom met hout betimmeren. Wanneer de ruimte tussen de smetplank en de trappeboom met houtwerk wordt gevuld, valt de lambrizering aan de bovenzijde doorgaans in een in de smetplank aangebrachte sponning en wordt zij met behulp van in de muur gemetselde klossen vastgezet. In Q 83 noemde men een betimmerde leuning een 'toeë leen' ('tǫw lē̜n') of 'volle leen' ('vǫl lē̜n'); een leuning waarvan de spijlen zichtbaar bleven heette daar een 'open leun' ('uǝpǝ lē̜n'). [N 55, 141]
II-9
|
32032 |
een las maken |
lassen:
lašǝ (L385p Sint Odilienberg)
|
Twee in elkaars verlengde liggende stukken hout door middel van een las met elkaar verbinden. Zie ook afb. 128. [N 54, 42d; N 54, 43]
II-12
|
32049 |
een pen-en-gatverbinding maken |
ineenzetten:
enęjnzętǝ (L385p Sint Odilienberg)
|
Twee stukken hout met behulp van een pen-en-gatverbinding met elkaar verbinden. [N 54, 50]
II-12
|
32109 |
een profiel schaven |
een lijstje maken:
ęjn līskǝ mākǝ (L385p Sint Odilienberg)
|
Een profiellijst schaven met behulp van een profielschaaf. [N 53, 99]
II-12
|
32111 |
een profiel ten einde schaven |
uitlopen:
ūtlǫwpǝ (L385p Sint Odilienberg)
|
Een profiel met behulp van de profielschaaf ten einde schaven. [N 53, 101]
II-12
|
31962 |
een schroef indraaien |
derin draaien:
drendrɛjǝ (L385p Sint Odilienberg)
|
Door de meeste respondenten werd ø̄een schroefø̄ of ø̄een vijsø̄ als object opgegeven. [N 53, 153a; monogr.]
II-12
|
33722 |
een sloot uitdiepen |
vegen:
vē̜gǝ (L385p Sint Odilienberg)
|
Het uitdiepen of het op diepte houden van een sloot met behulp van een schop, hak, riek, krabber en een zeis. [A 10, 21; N 18, add.; monogr.]
I-8
|
30457 |
een vloer aandrijven |
aandrijven:
āndrīvǝ (L385p Sint Odilienberg),
aandrijven met kijlen:
āndrīvǝ męt kīlǝ (L385p Sint Odilienberg)
|
De vloerdelen van een houten vloer met behulp van een drijfkram en één of meer houten wiggen of door middel van een vloerdrijver dichter tegen elkaar drukken. [N 54, 135a]
II-9
|
34542 |
eend |
eend:
ęnj (L385p Sint Odilienberg)
|
[JG 1a, 1b, 1c, 2c; S 18; S 49; L 1a-m; NE II, 55; Vld.; L A1, 48; monogr.]
I-12
|