e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q020p plaats=Sittard

Overzicht

Gevonden: 6601
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
deklatten daklatten: dāklatǝ (Sittard) De latten op het dak waaraan de stro- of rietbedekking wordt vastgemaakt. [N F, 32b; N 4A, 14a] II-9
deksel deksel: dèksel (Sittard, ... ), dèksəl (Sittard) deksel [SGV (1914)], [ZND 01 (1922)], [ZND 22 (1936)] III-2-1
deksel van de metalen gierton deksel: dęksǝl (Sittard) De zinken gierton wordt van boven afgesloten met een deksel dat scharnierend bevestigd is aan de kraag van de vulopening. [JG 1a + 1b; N 11A, 54b; monogr.] I-1
dempig dempetig: dɛmpǝtex (Sittard), dempig: dɛmpex (Sittard), kort van adem/asem: kǫrt van ǭm (Sittard) Gezegd van runderen of paarden met dempigheid, een bemoeilijking van de ademhaling; bij runderen is het vaak een naziekte van het mond- en klauwzeer. Het paard vertoont een versnelde ademhaling, gepaard met een temperatuursverhoging en hoesten. Dempigheid of kortademigheid is niet chronisch, in tegenstelling tot ''cornage'' (7.38). [JG 1b; A 48A, 38a; L 1, a-m; L 23, 1a en 1b; N 8, 87, 88 en 89a; N 52, 24; S 6] I-9
den den: den (Sittard, ... ), spar: ideosyncr.  spar (Sittard) De den (in het bijzonder de grove den) (den, del, mast, spar). [N 82 (1981)] || denneboom III-4-3
denken denken: dènke (Sittard), dénke (Sittard) denken [SGV (1914)] III-1-4
dennenappel dennenappel: dennəappəl (Sittard), ideosyncr.  denneappel (Sittard), dennenknop: denneknup (mv.) (Sittard), denneknŭp (Sittard), denneknóp (Sittard), ideosyncr.  denneknöp (Sittard), kwakel: ideosyncr.  kwaakels (Sittard) De vrucht van een den, denne-appel (prop, bol, kegel, knop, fobbes, kroot, krutje, rots, dop, papekul, noot, kooi, tod, pil, appel). [N 82 (1981)] || denneappel || dennenappel [SGV (1914)] III-4-3
dennenbos dennenbos: dennebósj (Sittard) dennenbos III-4-3
dennennaalden dennennaalden: dennenoalj (Sittard), dennenäölj (Sittard), dennenspangen: dennesjpang (Sittard) dennenaald [ZND 01 (1922)] || dennennaald [SGV (1914)] III-4-3
dennentakje met een pluim lootje: ideosyncr.  leutje (Sittard), scheutje: ideosyncr.  sjeutje (Sittard), vlos: ideosyncr.  floes (Sittard) Een dennetakje met een bolvormig knopje terpentijn aan het einde (oliekop, olieknop, olielampje, luchtlampje). [N 82 (1981)] || Een takje met een pluim, aan een den (plos). [N 82 (1981)] III-4-3