e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q020p plaats=Sittard

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
etagère etagère: eetagère (Sittard), eetasjaer (Sittard), Fr. bovenstuk van een kast  eetazjaer (Sittard) etagère || Tafel of kastje om kostbare voorwerpen op uit te stallen (stagère, siertafel) [N 79 (1979)] III-2-1
etalage etalage (<fr.): etalage (Sittard), kijkuit: kiek-oet (Sittard) de grote winkelruit waarachter men zijn waren uitgestald heeft [vitrine, etalage] [N 89 (1982)] III-3-1
eten manger (fr.): Fr, manger  manzjee (Sittard), spikken: larderen  sjpikke (Sittard) eten III-2-3
eten (ww.) achelen: bargoens  achele (Sittard), bikken: bikke (Sittard), eten: éétə (Sittard), Aet dattet dichgout deit: laat het je smaken Gout aete en drénke is den hauve kos: uitnodiging om flink toe te tasten Gout aete en drénke hiljt lief en zeel biejein: uitnodeging om flink toe te tasten Dao is het gout van saete en drénke: dat is een goed kosthuis Hae haet de kos veur ?t aete: voor zijn levensonderhoud behoeft hij niets te betalen  aete (Sittard), hachelen: bargoens Doe kéns mich de bout hachele: je kunt me gestolen worden "bout"is letterlijk "drol  hachele (Sittard) eten [RND] III-2-3
etensketeltje soepterrine: soptrien (Sittard) tweelingpannetje (voor soep en aardappelen) om eten naar arbeiders in het veld te brengen (hinkelman) [N 20 (zj)] III-2-1
etensresten breuzel: breuzel (Sittard), etensresten: ēͅtəsrɛs (Sittard), kliekjes: kliekskes (Sittard), orten: oorte (Sittard), rammenanten: rammenante (Sittard), overblijfsel wordt voornamelijk in het meervoud gebruikt: de rammenante  rammenant (Sittard), rest  rammenant (Sittard) etensrest || Etensresten, overschotjes (orte?) [N 16 (1962)] || kliekje || rest van voedingsmiddelen III-2-3
etter materie: matteerie (Sittard) etter [SGV (1914)] III-1-2
europese kanarie canaillevogel: kernaajevoogel (Sittard), geerling: geerling (Sittard), wilde kanarie: wilje kernaaje (Sittard) kanarie, Europese ~ (11,5 gelig-bruinig; heel kort bekje, gele stuit; nog niet lang hier op trek; nog zeldzaam; meest in Oost-Brabant; laatste tijd als bastaard * gewone kanarie in kooi; zang stelt niet veel voor, rinkelend [N 09 (1961)] III-4-1
evangelie evangelie: evangélie (Sittard) De tweede lezing, het evangelie [t evangillie, evangjillióm?]. [N 96B (1989)] III-3-3
evenaar, tweespanszwenghout dobbel warshout: dǫbǝl [warshout] (Sittard) De balans of het dubbele zwenghout is het dwarse verbindingsstuk tussen een (zwaar) akkerwerktuig en de beide zwenghouten van een tweespan. Zie afb. 99. Bij de betrokken woordtypen hieronder is in (d)wars e.d. steeds de a als klinker aangehouden, ook al beantwoordt aan de dialectvarianten meestal een type met e (dwerg e.d.) of ee (dweers e.d.). Voor het ''...''-gedeelte van sommige varianten zij verwezen naar het lemma ''zwenghout''. De daar onderscheiden typen eegdhaam, eeghaam, eghaam en hun varianten zijn in dit lemma door ''eghaam'' resp. ''eghaam'' gesubstitueerd. [JG 1b + 1c + 1d + 2c; N 11, 34b; N 11A, 104; N 13, 87 add.; N 17, 69b add.; div.; monogr.] I-2