e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q020p plaats=Sittard

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
heilig harttafeltje tafeltje: töffelke (Sittard) Pedestal, console, tafeltje waarop het H.Hartbeeld in de huiskamer staat [H.Harttafeltje, -töffelke?]. [N 96B (1989)] III-3-3
heilige hostie heilige hostie (<lat.): H. hostie (Sittard) De H. Hostie die men ontvangt. [N 96B (1989)] III-3-3
heiligenbeeld heiligenbeeld: heiligebilde (Sittard) De beelden in de kerk, de kerkbeelden [beelde, bilde, fiegoere, sjtatoeë, hèlligebeelde, hilliejefijoere?]. [N 96A (1989)] III-3-3
heiligenmedaille medaille (<fr.): medaaje (Sittard) Een rond of ovaalvormig lichtmetalen plaatje waarop Jezus of een heilige is afgebeeld [medalje, medallie, medallieje?]. [N 96B (1989)] III-3-3
heiligenprentje prentje: prèntje (Sittard) Een heiligenprentje, santje, ter opwekking van de devotie. [N 96B (1989)] III-3-3
heimwee heemwaarts: heivisj (Sittard), heimwee: heimwee (Sittard, ... ) heimwee || heimwee (hebben als iemand ergens niet kan wennen en erg naar huis verlangt, zegt men: Hij heeft (veel/erg/zon) .... [DC 45 (1970)] || heimwee hebben [N 37 (1971)] III-1-4
heizode heiris: hęi̯reš (Sittard) Afgestoken stuk hei. [N 14, 77b; N 14, 77c; N 27, 39h; N 27, 39g; N 18, add.; N 11, add.; S 46; A 39, 15a; A 39, 15b; R 3, 98; L 8, 123; L B2, 274; AGV, k6; monogr.] I-8
hek veken: vēkǝ (Sittard) Algemene benaming. [N 14, 62; S 13; L 1a-m; RND 8, 20; R I, 44; R I, 45; monogr.] I-8
hek aan de ingang van een wei barrier: brēr (Sittard), veken: vē̜kǝ (Sittard), vouwer: vau̯ǝr (Sittard) In dit lemma zijn vooral de antwoorden ondergebracht van de vragen naar ø̄hek aan de ingang van een weiø̄ (N 14, 67), ø̄een (toegangs)hek, gevlochten van twijgen en opgehangen tussen twee stijlen, dat in een omheining is aangebracht of op een dam (in een sloot) is geplaatstø̄ (A 25, 5a), ø̄een hek, slag- of draaiboom op een doorgang naar akker of weide, of ter versperring van een weg in privaatbezitø̄ (L 19B, 6). [N 14, 67; A 25, 5a; L 19B, 6; Vld.; JG, 2c; monogr.] I-8
hek, hekwerk afrastering: aafraastering (Sittard), gitter (d.): gitter (Sittard) Afscheiding of omheining uit staken, staven of palen (heining, grille, hekkens, hek) [N 79 (1979)] || hek III-2-1