e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q020p plaats=Sittard

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kolenslik schlamm (d.): sjlam (Sittard) kolenslik III-2-1
kolenstrooier gruisman: grȳsmā.n (Sittard) Arbeider die de kolen tussen de steenlagen strooide. Coopman (pag. 3) merkt over de kolenstrooier op: ø̄̄De kolenstrooier houdt in de twee armen eene mand, die met fijne brokjes kolen gevuld is: met eene draaiende beweging van het bovenlichaam slaat hij de kolen uit de mand of af de mand, als zij hoog opgevuld is, zooals dit gewoonlijk gebeurt.ø̄̄ [monogr.] II-8
kom komp: komp (Sittard), kómp (Sittard), mv kump: kommen  komp (Sittard) aardewerk (eerdegoed, gleiwerk) [N 20 (zj)] || kom [SGV (1914)] III-2-1
komen komen: kōmə (Sittard), kùme (Sittard) komen [RND], [SGV (1914)] III-1-2
komfoor pètrolemachine: petrolmesjien (Sittard) petroleumtoestel III-2-1
komijnekaas communiekaas: komune kees (Sittard), keumenkaas: kömmekees (Sittard), komijnekaas: kemunekees (Sittard), vlooienkaas: vleukees (Sittard) komijnekaas || Komijnekaas (kantert, kemuuniekaas?) [N 16 (1962)] III-2-3
komisch schuinse mop: sjuinse móp (Sittard) lachwekkend omdat de tegenstelling tussen het gepretendeerde en het werkelijke doorzien wordt [komisch, vies] [N 85 (1981)] III-1-4
komkommer komkommer: kómkommer (Sittard) komkommer I-7
konijn konijn: kanien (Sittard), kanīen (Sittard), kenien (Sittard, ... ) konijn [SGV (1914)] III-2-1
konijnenhol konijnenlook: knīē’nəlaok (Sittard), konijnslook: knienslaok (Sittard), pijp: piep (Sittard) Hoe noemt u het in de grond uitgegraven verblijf van een konijn (kneut, pijp, potje) [N 83 (1981)] || konijnenhol [DC 55 (1980)] III-4-2