e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q020p plaats=Sittard

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kwajongen (kaartspel) kwajongen: kaujonge=kaartspel troeven  kaujonge (Sittard) Wetenswaardigheden. [SND (2006)] III-3-2
kwaken kaatsen: ideosyncr. tuinfluiter  kaatsj (Sittard), kwaken: kwaake (Sittard), kwake (Sittard), kwāā’kə (Sittard) Hoe noemt u een kwakend geluid maken, gezegd van kikkers (kwaken) [N 83 (1981)], [N 83 (1981)] || kwaken III-4-2
kwakzalver kwakzalver: kwakzalver (Sittard) Kwakzalver: iemand die onbevoegd de geneeskunde beoefent en vaak nutteloze dingen, middelen tegen alle mogelijke ziektes verkoopt (charlatan, plak, polak, kwakkelaar, waterziender, pisdokter, kwakzalver). [N 84 (1981)] III-1-2
kwanselen verkwanselen: verkwansele (Sittard) voortdurend zijn goederen ruilen of verkopen [kwanselen] [N 89 (1982)] III-3-1
kwark pijperd: fluitert  piepert (Sittard) kwark III-2-3
kwart el, maat van 17 cm vierdel: veedel (Sittard) de maat die een lengte aangeeftt van 17 cm, 1/4 deel van een el [kwaart, vierndeel, ferrel, verrel] [N 91 (1982)] III-4-4
kwart, vierde deel, maat kwart: kwaart (Sittard), (kwaarter-kwaertje).  kwaart (Sittard), vierdel: vedel (Sittard), (veedel-veedelke).  veedel (Sittard), kwart, vedel veur drie: kwart voor drie  vedel (Sittard) kwart || kwart, vierde deel || vierendeel van honderd III-4-4
kwartel kwartel: kwattel (Sittard, ... ), veldhoen: veldhoun (Sittard) kwartel [SGV (1914)] || kwartel (18 kleine uitgave van patrijs [098], wat anders gekleurd en nu veel zeldzamer; zomervogel; vroeger erg geliefd vanwege de roep [kwik, wik-wik] [N 09 (1961)] III-4-1
kwartier, maat van 25 liter kannetje bier: vaatje bier: ± 39 liter kintje beier, ook kinneke bier ± 39 liter.  kintje beier (Sittard), vierdel: hrl.: vie\\:d\\l; mstr.: vied\\l  vee:dəl (Sittard) de maat die een inhoud aangeeft van ± 25 liter [kwartier, viertel, vierendeel, kannetje] [N 91 (1982)] || kwartier, verrel III-4-4
kwartje kwartje: ei kwartje (Sittard), en kwartje (Sittard), kwartje (Sittard) kwartje, een ~ [N 21 (1963)] III-3-1