e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q020p plaats=Sittard

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
mug knozel: grote mug  knozel (Sittard), mug: mök (Sittard, ... ) mug || mug, soort III-4-2
muik mouts-lok: mötsjlaok (Sittard), muik: mui (Sittard), muuk (Sittard) mui; Hoe noemt U: (Geheime) bergplaats voor onrijp fruit (mui, ponk, bier, moele, loering, gielgoerde) [N 80 (1980)] III-2-3
muilband, bovenste band van de schoof aarband: ǭr[band] (Sittard) Zie de toelichting bij het lemma ''garveband'' (4.6.9). Zie voor de fonetische documentatie van het woord(deel) band het lemma ''garveband'' (4.6.9). [N 15, 22b; monogr.; add. uit JG 1b] I-4
muilkorf voor kalveren muilkorf: mulkø̜rf (Sittard) De muilkorf voor kalveren die geen hooi mogen vreten. [N 3A, 14e] I-11
muilpeer muilpeer: moelpaer (Sittard) Slag op de kaak; muilpeer (flets, fleer, plakkaat, kek, kokarde, klamats). [N 84 (1981)] III-1-2
muiltje muiltje: muulkes (Sittard), slob: sjlób (Sittard), slobje: sjlubkes (Sittard) muiltjes, pantoffels zonder hielstuk [N 24 (1964)] || slof III-1-3
muis korenwolf: kaorewouf (Sittard), muis: moes (Sittard, ... ), mōēs (Sittard) muis [SGV (1914)] || muis, hamster III-4-2
muis (mv.) muis (mv.): mūūs (Sittard) muizen (mv.) [SGV (1914)] III-4-2
muis van de hand muis: moes (Sittard, ... ) muis van de hand (het onderste, vlezige deel van de duim) [N 10 (1961)] III-1-1
muisjes muizenkeutelen: gesuikerd anijszaad Beschuit met muisjes aangeboden bij kraamvisite, geeft wel eens aanleiding tot de vraag van een kind"waat is dat?""Die haet ?t kinjtje gekak"is dan het antwoord Hae deit angesj niks ès moezekeutelkes sjpits maake en die oppen hooge kanjt zëtte: Hij weet geen raad met de tijd  moezekeutele (Sittard) muisjes III-2-3