e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q020p plaats=Sittard

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
nachtbraken krawaken: Van Dale: krawaken, (gew.) nachtbraken.  krawaake (Sittard) tot diep in de nacht uitgaan, nachtbraken [zwabberen] [N 87 (1981)] III-3-1
nachtdienst nachtschicht: naxšix (Sittard [Emma]) De dienst van 10 uur ''s avonds tot ''s anderendaags 6 uur in de morgen (Vanwonterghem pag.160, Defoin pag. 211). Volgens de informant van Q 15 kende de nachtdienst een vierkante penning. Het woordtype "televisieschicht" duidt volgens dezelfde invuller op het feit dat, wanneer deze dienst begon, het t.v.-programma was afgelopen. Ze begon twee uur later dan de normale nachtdienst en werd vooral gevuld met roofwerkzaamheden. Zie verder ook de toelichting bij het lemma Controlepenning. [N 95, 118; monogr.; Vwo 539; Vwo 540] II-5
nachtegaal nachtegaal: nachtegaal (Sittard, ... ) nachtegaal [SGV (1914)] || nachtegaal (16,5 bekend; kleine bruine vogel met rossige staart; vrij zeldzame zomervogel; verborgen levend; beroemd om de zang [N 09 (1961)] III-4-1
nachthemd bedjak: [bët, bed]  bëtjak (Sittard), nachthemd: nachhumme (Sittard), nachtpon: nachpōn (Sittard), nachtshemd: nachshumme (Sittard) nachthemd [N 25 (1964)] III-1-3
nachtjapon bedjak: bedjak (Sittard, ... ), nachtpon: nachpon (Sittard), nachpón (Sittard), pon: pon, punke (Sittard), ponnetje: pon, punke (Sittard) hansop, nachtkleed voor kinderen [N 23 (1964)] || nachtjapon [nachtpon, bedjak, nachtjak, jak] [N 25 (1964)] III-1-3
nachtkastje nachtscommode: naxskəm‧ōt (Sittard), nachtscommode-tje: nachskommeutje (Sittard) nachtkastje III-2-1
nachtkleren nachtgetuig: nachgetuug (Sittard), nachtkleren: nachkleier (Sittard, ... ) nachtkleding in het algemeen [t naachtdinge] [N 25 (1964)] III-1-3
nachtlampje pit: de pit van de Gaotslamp (z.d.) is op: pit met drijvertje van de Godslamp moet vernieuwd worden  pit (Sittard) nachtlichtje brandend op olie III-2-1
nachtvlinder schaar: gebruikt als aas bij het vissen  sjaor (Sittard), ideosyncr. witte nachtvlinders  sjchaor (Sittard, ... ) nachtvlinder [N 83 (1981)] || nachtvlinder, witte — [N 83 (1981)] III-4-2
nachtzwaluw nachtraaf: nachsraaf (Sittard, ... ) nachtzwaluw || nachtzwaluw (27 vrij zeldzame zomervogel; meest op de hei; bruin met allerlei streepjes en vlekjes; overdag onvindbaar; maakt geen nest; roep ratelend [errrrrr-orrrrr] [N 09 (1961)] III-4-1