21706 |
notulen |
notulen:
notule (Q020p Sittard)
|
het korte schriftelijke verslag van hetgeen behandeld is in een vergadering [notulen, nouten] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
23670 |
noveen |
noveen (<lat.):
novèèn (Q020p Sittard)
|
Een negendaagse godsvruchtoefening, novene, noveen. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
19299 |
nutteloze arbeid verrichten |
werk zoeken:
werk zuike (Q020p Sittard)
|
nutteloze arbeid verrichten [N 85 (1981)]
III-1-4
|
18334 |
nylonkous |
nylon:
nylons (Q020p Sittard)
|
nylonkousen [N 24 (1964)]
III-1-3
|
22702 |
o.l.v.-hemelvaart |
maria hemelvaart:
maria hemelvaart (Q020p Sittard)
|
Hoe heet bij u de feestdag van O.L.V.-Hemelvaart (15 augustus)? [ZND 17 (1935)]
III-3-2
|
18938 |
obstakel |
ongerief:
ongereif (Q020p Sittard)
|
iets dat het tot een einde brengen van een handeling in de weg staat [ongerief, mishand] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
24903 |
ochtend (vanmorgen |
de tijdsduur van het aanbreken van de dag tot 12 uur s middags [morgend, morgen, voornoen, ochtend]:
mörge (Q020p Sittard),
ochtend:
mörge (Q020p Sittard),
s morgens:
almörges (Q020p Sittard),
sjmörges (Q020p Sittard),
ps. onder de e (van ... der...) moet nog een punt staan; deze combinatieletter is niet te maken (betekent: stomme vocaal als in het Ned. Bode, gemak).
jeedermörge (Q020p Sittard),
voormiddag:
(klemtoon op -mid-).
veurdemiddich (Q020p Sittard)
|
s morgens) [N 91 (1982)], [SGV (1914)]
III-4-4
|
24947 |
oever |
boord:
bad (Q020p Sittard),
baord (Q020p Sittard),
kant:
kantj (Q020p Sittard, ...
Q020p Sittard),
kentj (Q020p Sittard),
kàntj (Q020p Sittard),
klif:
klēēf (Q020p Sittard),
slak:
(= greppel vol water, als afscheiding der weilanden, ook genoemd: "t sjeit").
sjlak (Q020p Sittard)
|
oever [DC 02 (1932)], [SGV (1914)] || oever, zoom van het land aan elk van de beide zijden van het water van een rivier, meer enz [kant, wal] [N 81 (1980)] || oeverhelling [SGV (1914)]
III-4-4
|
23636 |
offerande |
offerande (<fr.):
offerande (Q020p Sittard)
|
De offerande, het offertorium [offeróng?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23408 |
offerblok |
offerblok:
offerblok (Q020p Sittard)
|
Het metalen (vroeger houten) kastje, aangebracht bij de kerkuitgan(en) en/of bij een heiligenbeeld, waarin men geld kan deponeren [godsblik, offerstok, offerblok, offerbus, offerkist?]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|