e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q020p plaats=Sittard

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
offergang offergang: offergank (Sittard) De offergang, rondgang van de gelovigen rond het offerblok [offergank?]. [N 96B (1989)] III-3-3
offergeld offergeld: offergeldj (Sittard) Het geld dat men in het offerblok stopt [offergeld?]. [N 96A (1989)] III-3-3
ogenblikje, korte tijd, eventjes amelang: (ein) amelank (Sittard), amelank (Sittard), amerijtje Opm. eig. zoveel tijd als nodig is om een Ave Maria (Weesgegroet) te bidden.  aamelank (Sittard), even: aeve (Sittard), eventjes: effekes (Sittard, ... ), ogenblik: ougeblik (Sittard), (ougeblikke-ougeblikske).  ougeblik (Sittard) een korte tijdsruimte [poosje, end, scheut, stoot, rek, kortje, hortje, kutske, rande] [N 91 (1982)] || eventjes, een ogenblik || ogenblik || ogenblik, korte tijd || ogenblikje [DC 03 (1934)] III-4-4
okkernoot kraannoot: kraannoot (Sittard), noot: neut (Sittard), noot (Sittard, ... ), -  noot (Sittard) noot || noot (vrucht) [SGV (1914)] || noten (mv.) [SGV (1914)] || okkernoot || okkernoot, vrucht van [DC 17 (1949)] I-7
oksaal oksaal: oksaol (Sittard) Het oksaal, de galerij boven het kerkportaal, waar het orgel staat en het zangkoor zingt [oksaal oksaol, koor, zangerskoor, zangzolder?]. [N 96A (1989)] III-3-3
oksel oksel: oksels (Sittard) oksel, oksels [oksel, okselschrooi, hoksel, hoks] [N 10 (1961)] III-1-1
oksel tussen stam en tak schrank: sjrank (Sittard) oksel tussen stam en tak III-4-3
olie olie: aolĭĕ (Sittard), olig: aolig (Sittard), oalig (Sittard), smout: sjmout (Sittard), smaut (Sittard) olie [SGV (1914)] || olie; Hoe noemt U: De vette vloeistof die b.v. gebruikt wordt bij het aanmaken van sla of het braden van vlees (smout, olie) [N 80 (1980)] III-2-3
oliebol nonnenvot: nonnevot (Sittard, ... ), nònnevot (Sittard), De door u vermeldde nonnevot is iets heel anders als een oliebol. Hier heeft men de oliebol speciaal met Nieuwjaarsvieringen. Maar de nonnevot is een typisch carnavalsgebak dat er als volgt uitziet: tek. zie vragenlijst/bijlage. Dus een gewone lus met een knoop erin. Deze van deeg gemaakte nonnevot wordt in olie gebakken en daarna met suiker bestrooid.  nonnevot (Sittard), Wordt al specifiek Sittards gebak in de vastenavondtijd in grote hoeveelheden gebakken "non"is een gesneden vrouwelijk varken, waarvan de billen bijzonder rond en vet zijn, zodat de naam daaraan ontleend zou kunnen zijn  nónnevot (Sittard), oliebol: aoliebol (Sittard), aôliebol (Sittard), oligbol: aoligböl (Sittard) een in de vorm van een ring in elkaar gestrengeld rolletje deeg, in olie of vet gebakken en met suiker bestrooid || In raapolie gebakken ronde koek van meel, krenten en eieren (oliekoek?) [N 16 (1962)] || Oliebol (nonnevot?) [N 16 (1962)] III-2-3
oliekoek krentenkoek: krentekouk (Sittard), krèntekouk (Sittard) In raapolie gebakken ronde koek van meel, krenten en eieren (oliekoek?) [N 16 (1962)] III-2-3