e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q020p plaats=Sittard

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
pet met opstaand bovenstuk zijden pats: zieje patsj (Sittard, ... ), ziejepatsj (Sittard) pet met opstaand cylindervormig bovenstuk in het algemeen {afb} [zeje pet] [N 25 (1964)] III-1-3
pet: algemeen pats: patsch (Sittard), patsj (Sittard, ... ), pats met klep: patsj mit klep (Sittard) pet [N 23 (1964)], [SGV (1914)] || pet (hoofdbedekking voor mannen) - zijn er verschillende benamingen? [ZND 16 (1934)] || pet, hoofddeksel met een klep [kips, patsj, klak, koetsj, paaj, flet, kap, klep, muts, luif] [N 25 (1964)] III-1-3
petekind petekind: paetekénjt (Sittard) petekind III-2-2
peterselie peterselie: petrosilium sativum  peeterseelie (Sittard), peterselje: ouder dan peeterseelie  pittersilje (Sittard) peterselie I-7
petroleum kink: #NAME?  kink (Sittard), kinkee: #NAME?  kinkee (Sittard), ptrole (fr.): petrol (Sittard), pətròl (Sittard), smout: #NAME?  sjmaut (Sittard), steinl (du.): sjteinöl (Sittard), stinkolig: sjtinkaolig (Sittard), sjtinkolig (Sittard) petroleum || petroleum, minerale licht ontvlambare stof die vooral tot verlichting in lampen en als brandstof wordt gebruikt [petrol, peter-, stink-, bron-, brom-, gasolie] [N 81 (1980)] III-4-4
petroleumlamp kink: ook gebruikelijk is \"kink\"verkorting van quinquet  keŋk (Sittard), lampe belge: Fr. lampe Belge  lambelsj (Sittard), pètrole-lamp: petrollamp (Sittard), pètroles-lamp: petrolslamp (Sittard, ... ), quinquet: kinkee (Sittard, ... ), kinkele (Sittard), ook gebruikelijk is \"kink\  kinkee (Sittard), quinquet  kinke (Sittard), vuurtoren: de lamp die veel licht en warmte gaf vuurtoren  vuurtoore (Sittard) grote hangende petroleumlamp || lamp/ luchter; inventarisatie soorten en gebruiksmogelijkheden; betekenis/uitspraak [N 20 (zj)] || olie- of petroleumlamp || petroleumlamp || soort petroleumlamp III-2-1
peuk buk-shag: bøkšɛk (Sittard), stomp: ?ne sjtómp segaar: een sigarepeukje Eemen oppe sjtómp zëtte: iemand in een moeilijke positie brengen  sjtómp (Sittard) peuk || shag van sigarettenpeukjes III-2-3
peul pel: pel (Sittard), schaal: sjale (Sittard), schel: sjel (Sittard) de peulen, de doppen van erwten of bonen [N Q (1966)] III-2-3
peul, dop (znw) peul: pel (Sittard), schaal: sjaal (Sittard), sjale (Sittard), schel: sjel (Sittard) [N Q (1966)] I-7
peulen, doppen (ww.) keveren: keevere (Sittard), keveren (Sittard), ideosyncr. keeveren = doperwt doppen  keeveren (Sittard), peulen: pelle (Sittard), uitdoen: oetdoon (Sittard) [N Q (1966)]De jonge erwten die uit de dop gehaald moeten worden; doperwt (poolerwt, dopper, doperwt, pelerwt). [N 82 (1981)] || doppen I-7