e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q020p plaats=Sittard

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
poosje, tijd toos: toes (Sittard), tuurtje: metanalyse het uurtje  tuurke (Sittard) poos || poosje III-4-4
poot omhoog poot-op: pōt˱ ǫp (Sittard) Voermansroep om de hoef of voet op te lichten. [N 8, 95k] I-10
pootgoed, pootaardappelen pootaardappelen: poát[aardappelen] (Sittard), pǭt[aardappelen] (Sittard) Mooie aardappelen worden apart gehouden om in het volgend seizoen gepoot te worden, als pootaardappelen. Pootaardappelen mogen niet te groot en niet te klein zijnen er mogen veel ogen in zitten. Ze worden op een koele plaats, in de kelder, bewaard. Voor de fonetische documentatie van de woordtypen voor aardappel, zie het lemma Aardappel. [N M, 15; JG 1a; L 40, 55; monogr.; add. uit N M, 22] I-5
pootjebaden pootjebaden: peutje ba (Sittard, ... ), peutje baa (Sittard, ... ) lopen: met blote voeten door plassen lopen [polse, dokkele, baden] [N 10 (1961)] III-1-2
pop pop: en poop (Sittard), mit de poppe sjpele (Sittard), póp (Sittard) Lievelingsspel 3. [SND (2006)] || pop [GTRP (1980-1995)] || Pop. III-3-2
pop, vrouwelijke zangvogel pop: póp (Sittard) wijfjesvogel III-4-1
poppenspel poesjenellenspel: poesjenellespel (Sittard), poppenkast: póppekas (Sittard), Karte 353.  poppenkast (Sittard) De voorstelling waarin de rollen niet gespeeld worden door mensen maar door marionetten [poesjenellespel]. [N 90 (1982)] || Poppenkast. || Puppentheater. III-3-2
populier (alg.) canada: kannendaal (Sittard), ideosyncr.  caneda (Sittard), papelwijde: poapelwiej (Sittard), piramide: permie (Sittard) De populier in het algemeen (populier, peppel, peppelboom). [N 82 (1981)] || piramideboom || populier [SGV (1914)] III-4-3
porselein porselein: pastǝlē̜jn (Sittard), pastǝlęj.n (Sittard), porselein (Sittard) Verzamelnaam voor ceramische produkten die gebakken zijn uit porseleinaarde waar zekere bijvoegsels door zijn gemengd. Porselein kenmerkt zich door het feit dat het in tegenstelling tot bijvoorbeeld gleiswerk, fijn, wit en halfdoorschijnend is en een ongekleurd, sterk glimmend glazuur vertoont. [Wi 53; L 35, 78; N 20, 5; monogr.] II-8
portefeuille portefeuille (fr.): portefui (Sittard, ... ), Karte 74.  porte(-)feuille (Sittard) Brieftasche || de kleine, platte, meestal leren, dubbele tas met vakjes, waarin mannen hun bankbiljetten, identiteitsbewijs enz. bij zich dragen [kamtas, portefoelie] [N 89 (1982)] || portefeuille III-3-1