e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q020p plaats=Sittard

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
slaan slaan: bontj ɛn blāuw Xəsjlāgə (Sittard), schlaon (Sittard, ... ), schlaon dich oem de ore (Sittard), sjloan (Sittard) bont en blauw geslagen [RND] || ik sla je (met de potlepel) om je oren [DC 03 (1934)] || slaan [DC 02 (1932)], [SGV (1914)] III-1-2
slaap slaap: sjlaop (Sittard) Slaap: de behoefte aan volkomen rust van de zintuigen en het bewust zijn (slaap, vaak). [N 84 (1981)] III-1-2
slaapbol kollebloem: kolleblomme (Sittard), kollebloum (Sittard, ... ) papaver || Papaver somniferum L. [DC 48 (1973)] III-4-3
slaapkamer slaapkamer: sjlaopkaamer (Sittard) slaapkamer III-2-1
slaapmuts slaapmuts: sjlaopmötsj (Sittard, ... ), sjlaopmütsj (Sittard), sjlāōpmötsj (Sittard), slaopmútsj (Sittard), sokkenzomerd: NB zuime, zomen.  zökkezuimert (Sittard) slaapmuts [N 23 (1964)] || slaapmuts [pietermöts [N 25 (1964)] III-1-3
slaapplaats van de knecht bij het vee knechtekamertje: knɛxtǝkē̜ ̞mǝrkǝ (Sittard) De ruimte in de paarde- of, zij het minder gebruikelijk, koestal waar de knecht slaapt. Een aantal benamingen betreffen meer het bed van de knecht dan de ruimte waar dat bed staat. Enkele benamingen verwijzen naar een hoger gelegen ruimte of naar de zolder boven de paarde- of koestal waar de knecht dan slaapt. [N 5A, 13b, 34e, en 59f; A 7, 32; R 3, 59; monogr.] I-6
slabbetje, spuugdoekje slabbertje: sjlebberke (Sittard, ... ), slebberke (Sittard), zeverlapje: zeiverlepke (Sittard) slabbetje || slabje, morsdoekje voor kinderen [slabbertje, slabberlepke, zeiverlepke, slepke, bavet(sje) [N 25 (1964)] III-2-2
slachten geslacht: gǝšlax (Sittard), slachten: šlaxtǝ (Sittard) Doden van vee met de bedoeling het als voedsel te gebruiken. Wat het woordtype "dooddoen" betreft, merken verschillende informanten (in K 353, P 50, P 177, P 179, P 180, P 185) op, dat het verouderd is. [JG 1a + 1b + 2c: R 14, 231 add.; S 33; monogr.] II-1
slachtklaar slachtrijp: šlaxrīp (Sittard), vetweider: vɛtwɛjǝr (Sittard) Bij het lezen van dit lemma moet men beseffen dat het begrip "slachtklaar" door de respondenten verschillend opgevat kan zijn. De betekenis kan zijn "vet genoeg om geslacht te worden" of "gereed staande voor de slachter of het slachthuis". [N 3a, 78] II-1
slachtrijp slachtrijp: šlaxrīp (Sittard) Vet genoeg om geslacht te worden, gezegd van het mestkalf. [N 3A, 78] I-11