e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q020p plaats=Sittard

Overzicht

Gevonden: 6601
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
biljet van twintig frank twintig frank: twintig frang (Sittard) 20 franc, een biljet van ~ [N 21 (1963)] III-3-1
biljet van twintig gulden briefje van twintig: ei breifke van twintig (Sittard), ps. invuller heeft voor de waarde geen fonetische notering gegeven!  em breifke van 20 (Sittard), twintig gulden: twintig guije (Sittard, ... ) 20 gulden, een biljet van ~ [N 21 (1963)] III-3-1
biljet van vijfentwintig gulden briefje van vijfentwintig: ei breifke van vief en twintig (Sittard), ps. invuller heeft voor de waarde geen fonetische notering gegeven!  em breifke van 25 (Sittard), geelgors: vgl. Sittard Wb. (pag. 108): gaelgór, geelgors, Emberiza citrinella.  ein gaelgòr (Sittard), vijfentwintig gulden: vief en twintig guije (Sittard, ... ), viefentwintig guije (Sittard, ... ) 25 gulden, een biljet van ~ [N 21 (1963)] III-3-1
biljet van vijfhonderd frank vijfhonderd frank: viefhonderd frang (Sittard) 500 franc, een biljet van ~ [N 21 (1963)] III-3-1
biljet van vijftig frank vijftig frank: vieftig frang (Sittard) 50 franc, een biljet van ~ [N 21 (1963)] III-3-1
biljet van vijftig gulden briefje van vijftig: ei breifke van vieftig (Sittard), ps. invuller heeft voor de waarde geen fonetische notering gegeven!  em breifke van 50 (Sittard), vijftig gulden: fieftig guije (Sittard), vieftig guije (Sittard) 50 gulden, een biljet van ~ [N 21 (1963)] III-3-1
billen batsen: batsǝ (Sittard) Het achterwerk van de koe. [N 3A, 112] I-11
billijk schappelijk: sjappelik (Sittard) redelijk, gezegd van de prijs voor een artikel [schappelijk, billijk, civiel] [N 89 (1982)] III-3-1
binder binder: bęnjǝr (Sittard) Degene die achter de maaier of aflegger aankomt en die de door hem gemaakte geleggen tot schoven bindt. Vergelijk ook het lemma ''aflegger'' (4.4.4). Soms is door de zegsman de opgave van de mannelijke vorm aangevuld met de aanduiding van de vaak voorkomende vrouwelijke vorm; waar deze afleiding onregelmatig is, is deze hier ook aangegeven. [N 15, 15c en 26; monogr.] I-4
binnenbeer binnenbeer: bęnǝbēr (Sittard) Mannelijk varken dat door geslachtelijke afwijking niet als zodanig herkenbaar is. Men noemt een varken een binnenbeer, als het slecht gesneden is of als men het moeilijk kan castreren. Doorgaans is het een mannelijk varken waarbij de teelballen niet zijn ingedaald. [N 19, 10; JG 1a, 1b, 1d; L 37, 49e; monogr.; N 76, 10 add.] I-12