e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q020p plaats=Sittard

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
spelletje partijtje: partieke (Sittard), spelletje: sjpeel(ke) (Sittard) Het spelen van een spel door twee of meer personen [partijtje, potje, spelletje]. [N 88 (1982)] || Spel(letje). III-3-2
spelletjes met eieren add. kettingen maken van paasbloemen: këttinge maake van paesjbloume (Sittard) [Kettingen maken van paasbloemen]. III-3-2
spelt spelt: špɛlt (Sittard) Triticum spelta L. Een soort van grove tarwe die ook op schrale grond gedijt. Het is in Limburg weinig bekend. De opgave spang, afkomstig uit het materiaal Willems, is hier wel opgegeven vanwege associatie met "speld". [Wi 52; monogr.; add. uit JG 1b; L 39, 15] I-4
spenen spenen: spenen (Sittard), špēnǝ (Sittard) Het veulen het zuigen ontwennen. [JG 1a, 1b; N 8, 59] || spenen; een kind van de speen of de borst afwennen [spenen, spanen] [N 86 (1981)] I-9, III-2-2
sperwer havik: voor de havik  haavik (Sittard), sperwer: sjperwer (Sittard), stootvogel: sjtootvoogel (Sittard), stootvogel (Sittard, ... ), wrekel: (WNT)  vreikel (Sittard), ouder dan sjtootvoogel  vreekel (Sittard), sperwer, stootvogel  vrekel (Sittard), voor de sperwer  vreikel (Sittard) sperwer [DC 42b (1967)] || sperwer / havik (35 / 55 vrij ronde vleugels en lage staart; gestreepte onderkant, gele ogen; komen onverwachts laag aanvliegen en grijpen dan de verraste prooi; de kleine soort vaak op trek; s winters ook in stad en dorp; de grote broedt zeldzaam in g [N 09 (1961)] || sperwer, havik III-4-1
sperziebonen prinsessenbonen: ideosyncr.  prinsesseboon (Sittard), sokkerbonen: sókkerboon (Sittard), sperziebonen: ideosyncr.  sjpersieboone (Sittard), struikerwten: sjtroekert (Sittard) De gewone boon met gezwollen zaden, prinsesseboon,sperzieboon, (slaboon, kereboon, herenboon, boterboon, prinses, suikerboon). [N 82 (1981)] || struikerwt || suikerboon I-7
spetteren snirken: snirke (Sittard), spetteren: spettere (Sittard), springen: sjprééngə (Sittard, ... ) sudderen; Hoe noemt U: Knetteren van de boter in de pan bij verhitting (snerken, sudderen) [N 80 (1980)] III-2-3
spiegel spiegel: sjpeigel (Sittard, ... ) spiegel [SGV (1914)] III-2-1
spieken foetelen: valsspelen (kaarten)  foetele (Sittard), spieken: meer frequent  sjpieke (Sittard) spieken; Hoe noemt u bij een proefwerk stiekum gebruik maken van een boek of een papiertje/ [DC 48 (1973)] III-3-1
spier spier: sjpier (Sittard) pees, spier [N 10 (1961)] III-1-1