e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q020p plaats=Sittard

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
stempelen stempelen: sjtempele (Sittard), Karte 422.  stempel(e)n (Sittard) het laten afstempelen door een werkloze van een formulier als bewijs dat hij geen regelmatige arbeid verricht heeft [doppen, stempelen] [N 90 (1982)] || stempeln (Arbeitslosenunterstützung beziehen) III-3-1
stemvork toonijzer: tooniezer (Sittard) Het instrument in de vorm van een U-vormig omgebogen stalen stang waarmee men een onveranderlijke toon voortbrengt die geschikt is om instrumenten te stemmen [toonijzer, stemvork]. [N 90 (1982)] III-3-2
stenen omheining schutting: sjötting (Sittard) een schutting of omheining van steen (schans, schrans, beer) [N 90 (1982)] III-2-1
stenen pot, keulse pot stenen pot: schteine pot (Sittard), sjteine pot (Sittard) pot, stenen ~; inventarisatie benamingen voor grote ~~ voor bijv. zuurkool e.d., kleinere ~~ voor boter, eieren e.d. (pijppot, timperpot); betekenis/uitspraak [N 20 (zj)] III-2-1
stenendrager stenenschurger: štęjnšø̜rǝgǝr (Sittard) De handlanger die speciaal belast is met het aandragen van de metselstenen. Zie voor de fonetische documentatie van de tussen haken geplaatste termen het lemma 'handlanger'. [N 30, 2d; N 31, 16b; monogr.] II-9
sterfbed doodsbed: dootsbët (Sittard), sterfbed: sjterfbët (Sittard) sterfbed III-2-2
sterke trasmortel trasspecie: trasspēsi (Sittard) Mortel bestaande uit tras en kalk, volgens de invuller uit Q 35a gebruikt voor waterdicht werk. Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel '-(spijs)' het lemma 'Mortel'. [N 30, 37b] II-9
sterven creperen: krǝpęi̯ǝrǝ (Sittard), ideosyncr.  krepeiert (Sittard), de kaars gaat hem uit: de kaers geut ’m oet (Sittard), doodgaan: dootgaon (Sittard), hemelen: heemele (Sittard), kapotgaan: kapot gaon (Sittard, ... ), kapot˲gǭn (Sittard), peigeren: Jiddisj  peigere (Sittard), peren: cf. VD s.v. "peren"3. weggaan, pleite gaan  pirre (Sittard), sterven: sjterve (Sittard, ... ), uitgaan: oetgaon wie e kaerske = stil en vredig sterven  oetgaon (Sittard) Doodgaan, gezegd van een dier. [N 38, 17b] || doodgaan, sterven || hij gaat sterven || Hoe noemt u sterven, gezegd van dieren (kreperen, kapotgaan, doodgaan) [N 83 (1981)] || sterven [SGV (1914)] || sterven (uitgaan) || sterven van een mens [N 38 (1971)] I-11, III-2-2, III-4-2
sterven van een plant afsterven: aafsjterve (Sittard, ... ) sterven van een plant [N 38 (1971)] III-4-3
sterx ster: sjtar (Sittard), (sjtarre-sjterke). ps. boven de e (van sjter...) moet nog een punt staan; deze combinatieletter is niet te maken (betekent: korte vocaal als in het Ned. bek, gek).  sjtar (Sittard) ster || ster (hemellichaam) III-4-4