| 26542 |
taatspot van het staakijzer |
spilpot:
špelpǫt (Q020p Sittard)
|
De in een stalen blok ingewerkte pot of pan die in watermolens dient als lager van het staakijzer. Zie ook de toelichting bij het lemma ɛtaatspot van de kleine spilɛ. In de watermolen van P 51 gebruikt men een arduinsteen of kasseisteen als lager. Het woordtype kogellager (l 368, P 55) is specifiek van toepassing op een met stalen kogeltjes gevulde bus waarin het staakijzer draait.' [Vds 104; Jan 142; Coe 125; Grof 148; A 42A, 25; N O, 16g]
II-3
|
| 20891 |
tabak |
toebak:
toebak (Q020p Sittard, ...
Q020p Sittard)
|
tabak [SGV (1914)]
III-2-3
|
| 20577 |
tabakspruim |
pruim:
proem (Q020p Sittard),
pruimpje:
prūūmkə (Q020p Sittard),
pruimrolletje:
prŏĕmrèùlkə (Q020p Sittard),
sjiek:
sjik (Q020p Sittard),
sjiekje:
sjikske (Q020p Sittard),
bargoens: christenmeisje
sjikske (Q020p Sittard)
|
pruim tabak || pruimtabak; Hoe noemt U: Een pluk tabak, om op te kauwen of op te zuigen (chique, sik, sjik, pruim, karot, keesje, rol) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
| 20589 |
tabakssap |
snirk:
sjnurk (Q020p Sittard),
zever:
zeiver (Q020p Sittard),
zeivər (Q020p Sittard)
|
Hoe noemt U: Vuil water in een pijp (smierk, nerrik) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
| 20892 |
tabakszak |
toebaksbuidel:
toebaksbuuel (Q020p Sittard),
toebakstuit:
toebakstuut (Q020p Sittard)
|
tabakzak
III-2-3
|
| 23255 |
tabernakel |
tabernakel (<lat.):
tabernakel (Q020p Sittard)
|
Het tabernakel, het rijkversierd kastje (op het hoofdaltaar of op het sacra-mentsaltaar), waarin het Allerheiligste bewaard wordt. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
| 19667 |
tafel |
dis:
dösj (Q020p Sittard),
tafel:
taofel (Q020p Sittard),
taòfel (Q020p Sittard),
tōͅfəl (Q020p Sittard, ...
Q020p Sittard),
taofel vink: als iemand een bij vergisseing uitgespeelde kaart wil terugnemen om zijn abuis te herstellen
taofel (Q020p Sittard),
Verklw. tööfelke
taofel (Q020p Sittard)
|
een houten tafel [Roukens 12 (1937)] || tafel [SGV (1914)]
III-2-1
|
| 23711 |
tafelgebed |
danken:
danke (Q020p Sittard)
|
Het tafelgebed vóór en na het eten. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
| 19530 |
tafelmes |
boterhammenmets:
zeer korte o
booterammeméts (Q020p Sittard),
mets:
mets (Q020p Sittard, ...
Q020p Sittard),
tafelmets:
taofelmets (Q020p Sittard)
|
mes dat men aan tafel gebruikt [N 20 (zj)]
III-2-1
|
| 19833 |
tafelpoot |
stumpel:
sjtumpel (Q020p Sittard),
tafelpoot:
tōͅfəlpōt (Q020p Sittard)
|
tafelpoot [DC 49 (1974)]
III-2-1
|